1 [Een onmogelijke mogelijkheid Toch zijn de eiken in de bossen van het water wingebied van Clinge en St. Jansteen een mo gelijk biotoop waar de Eikepage zou kunnen voorkomen. De dichtstbijzijnde populaties zijn echter (naar onze mening) zover van dit gebied verwijderd dat er onmogelijk vlinders uit deze gebieden de "bossen van Clinge en St. Jansteen zouden kun nen bevolken. De gouden tip .Voor het vaststellen van een nieuwe vlindersoort is net als voor het oplossen van een misdrijf vaak een gouden tip nodig. Die gouden tip .kregen we op 4 augustus van de tienjarige Elias de Bree die met zijn ouders de vlinderroute op de Linie te Hulst volgde en hier een Eikepage op knoopkruid ontdekte en de vlinder kon vangen zodat we met 100%-zekerheid de aanwezigheid van de soort konden vaststellen. Diepgaand onderzoek Binnen en mum van tijd was het nieuws bij de werkgroep leden bekend en werd er een diep gaand onderzoek ingesteld of er nog meer Eikepages op de Linie rondvlogen. Nog diezelfde avond zagen we op de plaats waar de eerste vlinder was gezien bij onder gaande zon rond de top van een Zomereik minimaal 4 Eikepages rondvliegen. De volgende dagen werden er resp. minimaal 6 en 5 Eikepages op de Linie gezien en op 10 augustus nog gezien. Buurtonderzoek De gedachte dat er mogelijk nog meer Eikepages in de buurt zouden rondvliegen deed ons besluiten een buurtonderzoek in te stellen. Het lag voor de hand dat de "oude" zomereiken in het waterwingebied de thuisbasis voor deze nieuwe vlindersoort zou kunnen zijn en de eerste aanwijzing kregen we op 6 augustus toen Lucien Noens en Eddy Taelman een voor hen onbe kende donkere vlinder in een eikeboom in het waterwingebied te St. Jansteen zagen verdwij nen. Recherchewerk De beste tijd om de onopvallende verborgen- Foto: Joop Rijnders levenswijze van de Eikepage te kunnen vast stellen is ca. een uur voor zonsondergang tij dens het zogenaamde kroeglopen. Dit is een samenscholingsgedrag, waarbij de mannetjes in de top van een opvallende, in de late zon staande, boom samenscholen en de vrouwtjes deze plaats opzoeken om een partner te vinden. Gesterkt door de opgedane kennis, werden in de daarop volgende dagen de bossen van het wa terwingebied systematisch afgezocht. Het recherchewerk werd vooral verricht door Lucien Noens, Eddy Taelman en Joop Rijnders. De resultaten van het onderzoek waren verbi jsterend. In het waterwingebied werden de volgende aan tallen geteld: Data St Jansteen Clinge 6-8 8-8 1 5 10-8 9 11-8 20 12-8 1 13-8 4 14-8 2 15 15-8 10 16-8 2 17-8 6 19-8 5 20-8 8 21-8 7 23-8 3 25-8 3 Totaal 16 85 31

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 31