-Plaats' voor spijbelaars (als meneer van Assche m\ toch eens had geweten)! Er is geen uur van 1 de dag geweest waarop het gebied niet bezocht 'werd. Natuurlijk, 's morgens zeer vroeg, voor het Sicht werd. Gewoon even tussendoor overdag of --'s avonds bij het invallen van de duisternis. •Maar zelfs dat was nog niet genoeg. Ook mid den in de nacht werd nog aan nachtvogelonder- zoek gedaan. Met cassetterecorder en een bandje met daarop Waterral en Klein en Kleinst Waterhoen. Het waren opnames overgenomen van een Duitse elpee, en als we niet opletten, en de band ging even iets te lang door, kon je cmidden in de nacht keihard het 'STIMMEN AM NEST' horen! 6Natuurlijk werden al onze bevindingen steeds braaf in 6het boek genoteerd. Of liever, rhet tweede boek, want het "eerste was in rap tempo vol 5gepend. Het tweede boek "opent met een imposant 3 voorwoord. Er staat -weliswaar mijn naam onder, maar in werkelijkheid was het 'geschreven door Adrie 'Klaassen. Het verhaal 1 schetst goed de sfeer van die 'tijd en hoe serieus we toen- tertijd met de natuurbeschermingsgedachte bezig waren. Daarom, hier integraal, het voor woord, nogmaals, geschreven door Adrie: (spelling 1975!) Voorwoord door de heer Maas Aangezien mijn pen niet al te vol meer is wou ik het kort maken op een dusdanige manier dat er §een verspilling van papier noch inkt mee jgemoeid kan zijn en ook zodanig dat het voor be lezer dezes aangenaam en niet vermoeiend is om dit korte berichtje binnen enkele minuten tot zich genomen te hebben en daarmee een 'iterair volwaardig kunstwerk rijker geworden te zijn met als gevolg dat het hem in de toekomst vinder moeilijk zal blijken zich in het openbaar uit te spreken tegenover vogelliefhebbers, na tuurliefhebbers, natuurminnaars, vogelbescher mers, en natuurwachters welke ik allen het smakelijke genoegen aanprijs dit voorwoordje even over te lezen alvorens het innerlijke van de stof oftewel de diepere moraal te kunnen aan voelen. Het is niet mijn gewoonte over een bepaald detail lang te blijven doorzeuren zodat er een situatie geschapen wordt die op den duur onverdraaglijk moet zijn voor de gelukkige lezer, maar ik ben er van overtuigd dat iedereen toch wel de bittere noodzaak zal inzien van het plaat sen vn een woord vooraf, zeker met het oog op de voortschrijdende negatieve ontwikkeling ten aanzien van het vogelkijken vanuit de spuikomhut die laten we eerlijk wezen toch niet is geplaatst voor 3 van de 400 leden die onze vogelwacht rijk is. Enfin, laten we niet afwijken van de oor spronkelijke stof, maar integendeel de lezer proberen aan te tasten om te komen tot een eerlijk en vooral objectivistisch gegeven waaruit we dan op den duur kun nen afleiden wat het nut is van een krachtig op de man af geplaatste literaire volzin zoals deze. Ik hoop dat dit schrijven u geboeid heeft en ik dank allen hartelijk die meegewerkt hebben aan het totstand komen van dit voorwoord wat mijns insziens toch het een en ander verduidelijkt en recht gezet heeft zonder daarbij persoonlijke karakters gekrenkt oftewel vernield te hebben. Nu zult u misschien wel het gevoel krijgen in de maling genomen te worden, maar dit is geenszins de bedoeling, te meer omdat u toch verder leest en weer be nieuwd ben wat voor nieuws de volgende zin u za brengen. Die volgende zin zal ik u onthouden omdat ik -het staat reeds vermeld- het moet gaan betwijfelen of mijn pen het noch lang uit zal houden, maar dit kan niet zoveel kwaad want het belangrijkste wat ik te zeggen had heb ik reeds gezegd op een wervelende manier en met flitsende tonaties. Ik dank u voor uw aandacht en graag tot de volgende keer. de 'Jan Dekker Observatiehut' 35

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 35