4 -> Ps. Voor diegene die zich een beetje vervelen raad ik het volgende aan: het bovenstaande nogmaals over te lezen om een noch duidelijker beeld te krijgen van de algemene toestanden in het algemeen. Een keer hebben Johan en ik inderdaad een boezem gezien. Het was op een vroege ochtend, 3 mei 1973, en aan de overkant van de Spuikom stond al een paar uur een vrachtwagen gepar keerd, toen plotseling een dame, geheel ont kleed even naar buiten kwam, vermoedelijk voor een sanitaire stop. Nog nooit waren onze verrekijkers zo snel paraat en de 16 x 50 die ik van mijn vader mocht ge bruiken kwam zelden zo goed van pas! Maar de meeste avon turen waren toch van een ander biologisch karakter: vogels. Er ontstond een soort prestige slag, wie de v T'— meest soorten had gezien. Berucht, of misschien wel beroemd was een Roodmus gezien door Johan. Gezien zijn status als meest gebruikte bezoekers van de hut, had hij beslist recht op een primeur, maar een Roodmus? Dat ging er bij de rest van de groep echt niet in, dat was iets te fantastisch. Fantasie heeft trouwens altijd een grote rol gespeeld in en rond de Spuikom. Nog voor de Steltkluut-tijd meenden Lucien en ik hier een Porseleinhoen gezien te hebben. Vanaf dat moment noemden we het hier het porselein- hoenen gebied. Ik heb toen nog een brief ge schreven aan Bert Garthoff, van het radiopro gramma 'Weer of geen Weer' met de melding van onze waarneming. Zijn antwoord hierop heb ik altijd trouw bewaard en ligt nu ergens op zolder tussen allerlei andere dingen waar je eigenlijk niets meer mee kunt, maar die je toch ook niet weggooit. Want achteraf bezien, een Porseleinhoen? Denk het niet. We zaten in het stadium dat we nog geen Waterhoen van een Meerkoet konden onderscheiden, laat staan ee i Porseleinhoen. j Het gebied veranderde. Van kolonies Visdievel waar Fake Haak het altijd over had, hebben aJ nooit meer iets gezien. Als gevolg van eyj natuurlijke successie verland het gebied raakt meer en meer begroeid. Aanvankelijk was, het de Zeeaster die massaal het gebieï koloniseerde. Op initiatief van Geert Otte - hebben we nog wel eens geprobeerd om <j9 Zeeaster af te branden! De Visdiefjes en Klutoyj verdwenen, werd opgevolgd do5 Tureluur en Wiry tertaling om late^ weer plaats i maken voor echy rietvogels alJ Kleine karekietl Rietgors en Watery ral en zelfs Blauw borst en Bruine ki 3 kendief. Vanuit de hut kcr je steeds mindc^ vogels zien. Daar naast is in de loop van 20 jaar het verkeer erc vrachtverkeer van en naar DOW enorir toegenomen. Zowel aan de voor- als achterzijce] van de hut ligt er een weg en was het vroege; nog eens zo dat je een typische ochtendspils had of een echte avondspits, vandaag de dag s er veel meer een 24-uurs economie. Er is dis geen moment meer te vinden waarop er stilte is Het eerste boek is vol geschreven van 17-12- 1972 tot en met 20-9-1975. Het tweede boek is dunner en loopt van 15-11-1975 tot en me; 29-4-1984. Daarna zijn er vast nog wel menser geweest in de hut, maar de klad zat er goed i' en wat er gezien werd aan vogels was de moeite van het noteren kennelijk niet waard. Dinsdag 2 juli 1996 was het dan zover. De hit werd afgebroken. Je zou verwachten dat det met een beetje compassie zou gebeuren; da bijgaande foto toont u wat een gevoelig mens, Lucien is 36

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 36