die provinciebreed aanwezig zijn, geschikt zijn om het onderzoek betrouwbaar mee uit te vo eren. Sommige standplaatsen (begraasde dij ken, bebouwde kom, andere aangerijkte plekken) of bomen met bastwonden bleken echter niet geschikt voor monitoring. Daarom zijn er ongeveer 100 punten voor verdere moni toring afgevallen. Met statistische methoden is nagegaan of de NIW ook beïnvloed wordt door storende fac toren. Dit bleek enigszins het geval ten aanzien van zwaveldioxide (S02) en iets sterker ten aanzien van de leeftijd van de bemonsterde bomen (-omtrek). Voor beide factoren is een correctie op de NIW toegepast. Het ruimtelijke patroon van de NIW wordt door deze factoren echter niet noemenswaardig beïnvloed. Tijdens toekomstige onderzoeksrondes moet blijken of er toereikend voor de invloed S02 gecorrigeerd is, dat dit geen effect meer heeft op de monitoring-resultaten. Het ruimtelijke patroon van ammoniak-indicatie (NIW) is zichtbaar in figuur 25. Hieruit blijkt dat in Zeeuwsch-Vlaanderen de hoogste ammoniak-indicatie optreden, met name in het westelijk deel. Ook de industriële emis sies bij Terneuzen zijn duidelijk zichtbaar. In de overige delen van Zeeland is de ammoni- akindicatie veel lager; waar nog hoge NIW- waarden gevonden zijn is dit veel meer gelokaliseerd. Dit is het geval ten westen van Middelburg, ten noorden van Zierikzee, ten oosten van Rilland en tussen Tholen en Oud- Vossemeer. Het eerst genoemde gebied is op grond van korstmossen minder verontreinigd, dan uit de depositiecijfers opgemaakt zou kun nen worden. Noord-Beveland is het schoonste eiland. In de duingebieden is er duidelijk een zonatie van noord (goed) naar zuid (hogere ammoniakindicaties). Dit blijkt uit de verdeling van de AIW (figuur 12). Hieruit blijkt ook dat het dekzandgebied bij Hulst vrij sterk door ammoniak beïnvloed is. (van Herk, 1997) Ammoniakbelasting in Zeeuws Vlaanderen Uit het onderzoek van het Lichenologisch On derzoekbureau Nederland blijkt dat: de gemiddelde Nitrofiele Indicatie Waarde voor populieren in Zeeuws Vlaanderen ruim twee keer zo groot is als in de rest van Zeeland. Deze verschilt niet veel van de gemiddelde waarden van de provincies Utrecht en Drenthe; vooral in het dekzandgebied bij Hulst verzuring te groot is gezien het natuurli k draagvlak; zelfs de duingebieden (tegen de verwacht ing in, gezien de heersende windrichting) onder aanzienlijke druk staan van ammo niak; ook voor wat S02 betreft Oost Zeeuv\s Vlaanderen erg vervuild is t.o.v. de rest van Zeeland. Een extra belasting van ammoniak door de vestiging van intensieve veehouderij is in] Zeeuws Vlaanderen niet aan te bevelen. Ook zal de periode van het uitrijden van mest en de mineraalboekhouding in Zeeuws Vlaanderei gereguleerd en gehandhaafd dienen te worden Er is in Zeeuws Vlaanderen al zoveel ammoniak op de grond neergekomen dat het heel goeJ mogelijk is de bufferwerking van kalk in de klei opgebruikt is en nitraten uitspoelen naar het grondwater. Het dekzandgebied bij Hulst blijkt vrij sterk docr ammoniak beïnvloed te zijn. Hier zullen nitrate i uitgespoeld zijn naar het grondwater. Dit heef afgezien van de gevolgen voor de natuur op d dekzandgebieden, ook tot gevolg dat het water van het waterwingebied van Deltanuts in d-2 j bossen van Clinge in ongezuiverde vorm enkel te gebruiken is voor industriële doeleinden. Literatuur: J.J.Boersma, J.W.Copius Peereboom en W.T. de Groet red.):Basisboek Milieukunde. 1991, 4e druk. Uitc. Boom, Meppel. C.M. van Herk: Monitoring van ammoniak met kors. mossen in Zeeland. 1997. Lichenologisch OnderzoekbL reau Nederland in opdracht van Provincie Zeeland, Direc tie Ruimte, Milieu en Water. Rolf Roos en Volkert Vintges (red.): Het milieu van do. natuur; Herkennen van verzuring, vermesting en vei- droging in de natuur. 1992. Stichting Natuur en Milieu Utrecht. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 22