- bieën en zoogdieren. De voorwaarden voor aan wezigheid zijn bekend. Denk aan klimaat, grond soort, begroeiing, al dan niet de aanwezigheid van voedingsstoffen. Als die voorwaarden er zijn, kunnen we dusdanig gaan beheren dat bijbehorende planten of diersoorten vanzelf komen. Nu zullen er in dat eikenbos geen kieviten gaan broeden, maar waarschijnlijk wel zwarte spechten. Het gaat echter niet alleen om die zwarte specht maar om het hele ecosysteem waar die zwarte specht deel van uitmaakt. Van het kleinste mosje tot de grootste woudreus. Maar die zwarte specht wordt wél als een ther mometer gezien. Van Aartsen gaf ons nóg I een boodschap mee. leder even veel of weinig )geld. leder moet zóveel inkom sten uit dat eikenbos halen. (Denk aan opbrengst door verkoop van hout.) Je mag niet meer dan x kilometer wandelpad in dat - bos onderhouden. En x me- pj ter ruiterroute. x meter half- verhard fietspad. 1 vuilnis bak. Een halve picknickset. U voelt het al aan. Als u straks in de Braakman komt en er staat maar een halve picknickset dan waren het geen vandalen, maar de hectares waren op. Staats bosbeheer wordt genormeerd. Is dat nou erg? Nee. We kunnen de poet nu beter verdelen en zorgen dat hij beter verdeeld wordt over de Nederlandse natuur. Regelmatig houdt van Aartsen de vinger aan onze pols. Lukt het? Lukt het met de eisen die ik gesteld heb en met de hoeveelheid poen die je gekregen hebt? Lukt het niet? En die boswachter in Friesland dan met zijn 100 hectare? Hem lukt het wel. Ga daar maar eens kijken hoe het moet. Klinkt wat hard maar zo zal het gaan. Blijkt nou dat die boswachter in Friesland de gestelde eisen ook niet kan halen met de middelen die hij heeft dan wordt de zaak bijgesteld. Ofwel min der zware eisen ofwel meer poen. Smeten we voorheen het geld dan over de boeg? Nee. Voorheen stond het ook al jaren van te voren vast hoe het beheer uitgevoerd zou worden. Alleen werd dit regionaal geregeld. Nu wordt dit nationaal geregeld. Er komt een eerlij kere verdeling van beheersgeld. Voor sommige mensen is dit een bittere pil. Staat er ergens een zeldzame paddestoel of een bijzonder plantje, dan telt dat dus alleen mee als het onderdeel uitmaakt van het systeem waar het thuis hoort. Met andere woorden: de boswachter zal eerst kijken of het exemplaar in het lijstje met "thermometers" staat. Zegt het iets over een bepaald biotoop? Dan zal hij gaan kijken of hij aan de hand van die soort iets kan zeggen over het beheer. Als dat niet zo is betekent dit niet dat die soort niet belangrijk is, maar we gaan niet sturen op soorten maar op processen en biotopen. Met andere woorden: we willen eikenbos met alles er op en eraan. Niet alleen die zwarte specht, maar ook de rest. Vooral de rest. Vergeet niet, die specht is slechts (een mooie) thermometer. En daar komt om de hoek kijken. Met de inventa- risatie-gegevens van som mige leden van de Stelt- kluut kunnen wij ons be heer controleren. Doen we het goed? Komen er al zwarte spechten? Zitten er al bandheidelibellen in de Zwarte Hoek? Wanneer gaan de kluten broeden in Canisvliet? Waarom waren er afgelopen jaar zo weinig jonge kieviten in de Putting? Hoe doen de boomkikkers het in het Bos van Erasmus? Is het inderdaad zo dat het voorlichtingspaneeltje de boomkikkers ver raadt? Of vreten de door goedbedoelde voge laars uitgezette kwakken de populatie volledig op? Op sommige vragen hebben we antwoord, soms moeten we er naar zoeken. Met de door u verzamelde gegevens wordt vroeg of laat iets gedaan. Heel vervelend dat u daar niet direct iets van merkt. Soms zitten ze jaren in een archief tot iemand ze eens naast elkaar legt en conclusies gaat trekken. Ik vind dat zonde. Bij deze beloof ik plechtig dat ik de meest relevante gegevens die door vrijwilligers en Staatsbosbeheerders over 1997 en 1998 binnen zijn gebracht zal gaan verwerken in een eenvoudig, leesbaar rapportje. Gewoon. Omdat het soms ook gewoon "leuk" kan zijn dat er een Zwarte Specht gesignaleerd is. Houdt moed, voorjaar 1999 is dat rapport klaar! 25

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 27