r t
w
Watervogels langs de Westerschelde
door W. Wi sa
Alom is bekend dat de Oosterschelde een
waar paradijs is voor watervogels. Veel
minder algemeen echter wordt de eveneens
zeer rijke vogelstand die in de Wester
schelde voorkomt, op haar waarde geschat.
Toch blijkt uit de jaarlijkse reportage van het
Rijksinstituut voor Kust en Zee, Ministerie
van Verkeer en Waterstaat, dat dit niet
terecht is. Een internationaal aanvaard cri
terium, dat een gebied een belangrijk water-
vogelgebied is, wordt vastgesteld aan de
hand van de z.g. 1% norm, d.i. wanneer
regelmatig meer dan 1% van een totale ge
ografische populatie van een watervogel
soort van het gebied gebruik maakt, of wan
neer er regelmatig meer dan 20.000 watervo
gels voorkomen. Normoverschrijding waar
door een gebied internationaal het predikaat
belangrijk watervogelgebied krijgt, geldt
voor de Westerschelde voor 13 soorten.
In het maandelijks getelde traject van de
Haven van Terneuzen tot aan Saeftinghe
komen van de 13 soorten er 11 regelmatig
voor in soms zeer grote aantallen, waarbij
voor met name de Bonte strandloper en
Scholekster de 1% regelmatig wordt gehaald
of overschreden. Vooral tijdens de trektijd
en gedurende de wintermaanden is het ge
bied aantrekkelijk voor watervogels.
Gebiedsomschrijving en belang
In het getelde traject Haven Terneuzen tot aan
Saeftinghe vallen enkele gebieden op door hun
grote vogelconcentraties. Hoewel de meeste
soorten vrijwel overal kunnen worden aangetrof
fen, zijn er toch wel wat verschillen.
In grote lijnen worden deze hieronder
uiteengezet. Van west naar oost kunnen de
volgende belangrijke vogelgebieden worden on
derscheiden:
1Buitenhaven Terneuzen
Gelegen aan de ingang van het Kanaal van
Terneuzen naar Gent is de buitenhaven van
Terneuzen, ondanks alle economische bedrij
vigheid van groot belang voor met name overtij-
ende steltlopers en eenden.
i
foto: L.Goosserè
Belangrijkste soorten Bonte strandloper to,
maximaal ca. 5000 ex, Scholekster en Wi dt
eend maximaal ca. 2000 ex, Drieteenstrarc
loper, Bontbekplevier, Strandplevier, Zilverple
vier, Fuut, Smient, Steenloper, Kievit, Tafel- er
Kuifeend, Kanoetstrandloper, maximaal enkele
honderden, Middelste zaagbek, Meerkoet ;o:
maximaal ca. 100 ex.
Opvallende soorten worden vrij vaal;
waargenomen, zoals bijvoorbeeld Roodkeal
duiker, Futen, Zeekoet, Drieteenmeeuw, Dwe:g
meeuw, Ijsvogel e.a. Binnen het gebied zijn rre
name van belang de pier t.w.v. de Radartoren j
de beide zijden van de grote buitenhaven en he'
gebied rond het Nozenschorretje.
Opvallend is de op het voorland van de Ma
densluis gevestigde broedkolonie van de Vs-
dief, ca. 150 paar.
2. Margarethapolderse kreek en Slikksr
Terneuzen
Gelegen ten oosten van Terneuzer
(Margarethapolder) met aansluitend ten noor
den hiervan de slikken bij Terneuzen vorm ar
deze gebieden een belangrijk fourageergebi ac
voor wadvogels tijdens laagwater. Bij hoogwa
ter wordt het gebied gebruikt door overtijers.
Belangrijkste soorten: Scholekster en Borte j
strandloper max. enkele duizenden, Smient,!
Wilde eend, Kanoetstrandloper, Bontbekplevier
Wulp, Kievit, Goudplevier, Steenloper, meer
dere honderden, doch tijdens extreme weerson- i
standigheden soms veel talrijker.