4
over vleermuizen.
Oost Zeeuws-Vlaanderen: Marc Buisse 0114-
370243;
Midden Zeeuws-Vlaanderen: Lucien Calle0115-
617416;
West Zeeuws-Vlaanderen: Marianne Lundahl
0115-482048.
Tot slot kunt u bij de Provincie Zeeland een
folder aanvragen over Vleermuizen onder dak. U
kunt zich wenden tot: Provincie Zeeland, Direc
tie Ruimte Milieu en Water, Postbus 165, 4330
AD Middelburg tel. 0118 63 17 00
Wilt u serieus meehelpen met onderzoek naai
vleermuizen?
Dat kan. Wij zijn nog op zoek naar mensen dit
samen met ons en met behulp van zogenaarrdt
"bat-detectors" onderzoek willen doen naar hel
voorkomen van verschillende soorten vleer
muizen. In juli houden wij voor belangstellencer
die serieus mee willen doen met het onderzee!
een voorlichtingsbijeenkomst met een excir
sie. U kunt zich bij Marianne Lundahl of Luc er 1
Calle opgeven!
Canisvliet: uit het jaarrapport
Door F. L.L.Tombt ur
De periode oktober 1996 - september 1997
was voor Canisvliet een jaar waarin som
mige soorten het goed deden en andere
weer minder goed. Toch heb je bij dat soort
uitspraken een geforceerd gevoel. Want wat
is tenslotte een 'goed vogeljaar"? Het is niet
omdat er dit jaar geen enkele Fuut in ge
slaagd is om jongen groot te brengen - laat
staan dat er eieren zijn gelegd - dat het ook
in andere gebieden zo was. Het is niet omdat
we geen Boomvalk op de lijst hebben dat
deze soort het slecht doet. We noteerden
weliswaar 115 soorten maar hoeveel hebben
we er dan gemist? In Engeland maakte een
iemand een berekening hoeveel rariteiten
jaarlijks gemist worden in Groot-Brittannië.
Dat bleken er ruim 800 te zijn en dat gold
enkel voor de gebieden die als goed bezocht
bekend stonden (British Birds 1997 Vol 90/3:
94-101).
Het westers denken is steeds bezig met alles in
categorieën in te delen: veel of weinig, soorten
rijk of soortenarm, gelukt of niet-gelukt, goed of
slecht, maar eigenlijk weten we niet of dit een
goede (daar ben ik weer) manier is om iets te
beleven, iets te ervaren. In de ornitologie wordt
vaak gesteld dat afwezigheid van gegevens net
zo goed een gegeven is, maar diep in ons hart
denken we meestal in termen van meer is
beter. Ik geef grif toe dat ook ik graag veel
soorten zie en er zelfs voor naar het buitenla id
reis in de hoop heel wat (nieuwe) soorten te
zien.
Een lange inleiding om te zeggen dat er opl
Canisvliet van heel veel dingen te genieten ve lt,
al is het maar een warme zomerwind die door je
haren strijkt of de schitterende blauwe hemel c ie
je netvlies prikkelt of (vogel)geluiden die je oor]
beroeren...
De Kleine Karekiet bijvoorbeeld had langs <ie|
kreek zomaar eventjes 59 territoria ingenomen!
Dat leverde schitterende concerten op, soms
meer dan twintig uur aan een stuk door. De
Tjiftjaf deed ook heel hard z'n best met 38
territoria: elk vanachter hun lessenaartje zongen
ze de lucht vol vrolijkheid. Een onbetaalba e
beleving.
Maar soms zingt er juist niemeand en is er
alleen het ruisen van het 'banale' riet. Dat riet s
de leefwereld van heel wat vogelsoorten: de
Waterral bijvoorbeeld heeft er zijn vaste ste;.
Onderzoek met de cassetterecorder bracht 7
territoria aan het licht. Het gegrom, gekrijs en
gegil is voor mij onverstaanbaar en ik knoop er
steeds menselijke gevoelens aan vast zoa s
agressie en angst. Maar het zal wel grotendee s
onjuist zijn, want wat weten wij van de geve -
lens van vogels af. Toch creëert zo'n gron -
mende Waterral een speciaal sfeertje. Dat komt
16