4 Omdat het actieve groeiseizoen van planten de laatste 11 jaar met 8 dagen is vervroegd is het verband met weer en klimaat aannemelijk. In het recente Nature-artikel weten de Noorse onderzoekers de Britse resultaten overtuigend te koppelen aan de trend in de zogeheten North Atlantic Oscillation (NAO). De NAO is de At lantische tegenhanger van de 'Southern Oscilla tion' boven de Stille Oceaan die in verband staat met de beruchte El Nino. Ook in het drukverschil tussen de hoge drukken bij Lissabon en de lage drukken bij Ijsland doen zich periodieke schom melingen voor (met een periode van een paar jaar) die van invloed zijn op het weer rond het noorden van de Atlantische Oceaan. Voor het drukverschil is de zogenoemde NAO-index in gevoerd die gewoonlijk varieert tussen plus en min drie. Hoge NAO-indeces (groot drukverschil Portugal-ljsland) leiden 's winters tot een ver sterkte aanvoer van relatief warme lucht van de oceaan naar Europa en dus tot relatief warme winters. Sinds 1970 treedt in de NAO-index een opvallende tred op naar hoge waarden. De Noren onderzochten het verband tussen de NAO-index en het eerste kuitschieten van pad den, kikkers en salamanders en het begin ven het broedseizoen (eerste ei) van de grauw gors. de tjiftjaf en de ekster en ze vonden een signifi cante correlatie. Ook in de zin dat het vogelbroeden weer later begon als de NAO-index een paar jaar extra laag uitviel. Al eerder is een verband tussen cis NAO-index een plantengroei in de Atlantischs Oceaan en de Noordzee aangetoond. De directe reactie van de vogels op de tempe - atuur wordt ook in een ander bericht in Nature aangetoond. Onderzoekers van de universitet van Oxford stellen vast dat ook de koolmees bij Oxford zo'n 10 dagen eerder aan het eerste ei begint. De eerste legdag blijkt statistisch overti - igend gekoppeld aan de temperatuur van ds maanden maart en april gezamenlijk. Sinds 1970 worden die twee maanden steeds warmer. Maar tussen 1945 en 1970 trad eei omgekeerde trend op en verschoof het broeds - zoen enigszins (maar veel minder overtuigenc naar een latere datum. In de teugkeer van de gierzwaluw boven Nederland is iets soortgelijks waargenomen. POSITIEF NIEUWS VAN HET lEPENFRONT Door Lucien Cal! Al eerder schreven we in De Steltkluut over de pogingen om alle monumentale iepen in Zeeuws-Vlaanderen te laten injecteren met het anti-iepenziekte middel Trigger. Inmid dels kunnen we melden dat deze actie buitengewoon succesvol is verlopen. Want alle monumentale iepen die in eigendom zijn van de grotere terreinbeheerders en waar voor inenting zinvol bleek (bijna in alle gevallen was dat zo) zijn inmiddels geïn jecteerd. Alle terreinbeheerders bleken de noodzaak van het behoud van deze landschappelijke monu menten te onderschrijven en waren bereid zelf de kosten voor deze maatregel te dragen. Uit de samenwerking tussen de grotere terreinbeheer ders blijkt hun gezamenlijke verantwoording voor het behoud ervan. Het Waterschap De Dri 3 Ambachten, Provincie Zeeland, Rijkswaterstaa Gemeente Hontenisse en Staatsbosbehee hebben hier dus een dikke pluim verdieno. Temeer daar het hier om een jaarlijks terugk erende kostenpost zal gaan. Het injecteren wer uitgevoerd door de Bomendienst van Heidem j Realisatie. Uiteraard zal het niet zo zijn dat door deze acti er nu ineens geen enkele monumentale iep meer door iepenziekte zal uitvallen. Maar de verwachtingen zijn wel zodanig dat de hoge uitval percentages omgebogen kunnen gaa worden in veel minder hoge. Zeker als de geza menlijke actie meerdere jaren achtereen volge houden wordt, zal de iepenziekte onder de mo 22

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 24