X I veerkracht. Dit in acht genomen hebbend, verbaast het mij soms dat men terreinen koopt, wat een kostbare zaak is in postzegel Nederland, om er dan een paar kostbare scheppen bovenop te doen om de natuur te ontwikkelen, waar haar 'te laten' meer voor de hand zou liggen. Natuurlijk wil je som mige gebieden een goede uitgangspositie geven, dan zul je het moeten bestellen, maar vaak wordt verwildering als een negatieve on twikkeling gezien, terwijl dat toch juist in essen tie datgene is wat in de natuurlijke gang van zaken besloten zit. In ieder geval is een ruige natuur voor mij vaak een aanleiding geweest om een bepaald gebied te bezoeken. Wat zou er op tegen zijn om bijvoorbeeld het noordelijke Braakmangebied in zijn geheel af te rasteren, het te laten gaan om er dan in de loop van de tijd met behulp van extensieve begrazing een natuurlijke kwaliteit in te krijgen die je met een passer en meetlat nooit en te nimmer zult hebben. De Veluwse wildparken zijn een goed voorbeeld voor wat het afrasteren betreft, en de Oostvaarderplassen tonen overtuigend het suc ces van de effecten van extensieve begrazing. Het publiek is in dit concept welkom, moet duidelijk zijn. Dit doen en dat laten lijkt mij kortom de beste benadering om ruimte en kwaliteit te ontwikelen, zonder gedwongen te zijn om bodemloze putten te vullen. 'Laat de putten de putten, zogezegd'. Het moet duidelijk zijn dat het idee van 'laten' en laten begrazen, zich enkel leent voor wat grotere terreinen zoals de toekomstige vergrote Noorderbossen dus. Begrazing beperkt zich dan niet alleen tot het huidige reservaat. Het geld dat deze methodiek bespaart kan wor den benut voor het onderhoud van de kleinere W landschapseenheden en elementen die een in tensiever beheer wel nodig hebben. De ecologi sche verbindingszönes, de kreken, overhoek^n bloemdijken en de buitendijkse gebieden, j opgedeeld en verspreid over het Zeeuws Vlaamse landschap, zijn immers veel bewer'ce- lijker dan grote aaneengesloten terreinen. He' laatste woord over het hoe en wat zal n.i nimmer klinken. Ik vind dat een gelukkige zaak, j want als dit schrijven sommigen tegen de borst mocht stuiten is dat gunstig. Niet geschokt in- mers, betekent niet gedacht, en als iets ons denken nodig heeft dan is dat de in dit landje door cultuur beknelde natuur. Daarom hoop ik dat we als vereniging ook eens willen discus siëren over wat natuur betekent en wat we daarmee willen opdat onze kinderen er wat mee kunnen. Sinds de inpoldering van de Mossel- banken is het beleven van een belangrijk stuk! wilde natuur, d.w.z. natuur die zichzelf beheert, in de naaste omgeving mij en mijn kindf-rnj voorgoed ontnomen. Als we dan bij het ont wikkelen van nieuwe natuur te veel meetlat, schop en bijl hanteren, zie ik de mogelijkheid dat te kunnen beleven zonder de heilige koe te moeten gebruiken niet erg nabij komen. IVijn pleidooi is dan ook, zonder het werk van de vele vrijwillige en professionele natuurbeheerders te willen te kort doen, meer oog te krijgen voor de natuur als een zichzelf beherend systeem. I-et is met het oog op de toekomst van de Brack-i' manstreek in het bijzonder, dat ik dit heb willen i inbrengen. CONTACTADRESSEN WERKGROEPEN: Werkgroep Planologie: Vogel-/Roofvogel Zeeland: Jeugd/Landschapsonderhoud/ Bomen: Planten: Insekten: Vogelopvang: A.Paauwe, G.v.d.Nissestr 48, 4532 AE Zaamslag H.Castelijns, Marollenoord 10, 4553 CP Philippine L.Calle, Walstraat 7, 4531 ED Terneuzen P.Maas, Rembrandtlaan 11, 4532 HP Terneuzen J. de Bakker, Past. Willemsstraat 5, 4586 AJ Lamswaarde W. de Koek, Spaarnestraat 13, 4535 GS Terneuzen 32

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 34