4 lilil mmmmt mjr v uchten vallen meer op, ze zijn spiraalvormig Jjgewonden en bezet met duidelijke stekels. I- eraan hebben ze ook wel de naam ■doornenkroon" te danken, (tig. 3) I figuur 4: Gevlekte rupsklaver met steunblaadjes L e Gevlekte rupsklaver dankt zijn naam aan fce donkere vlekken die meestal op de bladeren ten. Kleine rupsklaver heeft die niet. Een <- ider verschil is dat de Kleine rupsklaver veel j srker behaard is. Ook de steunblaadjes geven idelijkheid. Die van Gevlekte rupsklaver zijn c erk bochtig getand (fig. 4), terwijl die van eine rupsklaver niet of slechts zwak getand fcijn. Deze twee verschillen nogal wat in biotoop keuze. De Gevlekte rupsklaver groeit tussen het (dichte) gras op voedselrijke bermen en dijken, vooral op klei en de stengels worden dan vaak door de grashalmen overeind gehouden, want die zijn van zichzelf niet zo stevig. Hij zit in Nederland aan z'n noordgrens, maar komt in 't Deltagebied algemeen voor. Hij bloeit trouwens van mei tot oktober. De Kleine (bloeitijd maart tot juli) groeit op droge, zonnige plaatsen met een open grasmat, die wordt beweid of betreden en dan op kalkhoudende, compacte, zandige grond. Hij is zeldzaam, maar schijnt ook in Zeeland in en achter de duinen voor te komen. Die hoop ik dus ook nog eens te kunnen vinden! figuur 5: Hopklaver met vruchtje De verschillen tussen Gevlekte rupsklaver en Kleine rupsklaver zet ik wèl even op een rijtje: Gevlekte rupsklaver Bladeren meest met donkere vlekken ■Plant iets behaard ISteunblaadjes sterk bochtig getand I Biotoop tussen (hoog) gras op voedsel rijke (klei)grond in bermen en dijken Kleine rupsklaver zonder donkere vlekken sterk behaard niet of zwak getand in open grasmat op kalkrijke zandige grond, op droge, zonnige plaatsen 11

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 13