buurt van Clinge. Waarschijnlijk maakt het ge bied deel uit van een grensoverschrijdend terri torium daar eind juni een luid alarmerende roep - van vogel die van nest wordt opgeschikt - werd 'opgestoten' in het aangrenzende België (H. Bun). In 1996 werden weer zo nu en dan gedurende het broedseizoen 1-2 haviken waargenomen in het dekzand gebied rondom Clinge en bij Hulst zonder dat er aanwijzingen waren voor broeden. Omtrent de situatie in het Belgische zandgebied is niets bekend. Bovendien zijn er enkele waarnemingen uit het Braakman gebied. Sperwer Een flinke toename heeft zich in 1995 voorgedaan in de Braakman polder waar maar liefst 5 broedgevallen werden geconstateerd. Bezuiden de fortengordel kwamen diverse nieuwe territoria aan het licht, doch niet alle van vorig jaar zijn gecontroleerd. Nieuwe locaties buiten het dekzand gebied waren o.a. Axel, Luntershoek en Nieuw Namen. Diverse broed gevallen deden zich voor in loofbos en zelfs in windsingels langs wegen (overwegend in eik en berk). Na de flinke toename in 1995 lijkt de sterkste groei eruit en begint het aantal territoria zich naar het schijnt enigszins te stabiliseren. In het dekzand gebied werden wederom nieuwe territo ria gevonden maar enkele territoria van voor gaande jaren waren voor zover viel na te gaan niet bezet. Waarschijnlijk is dit echter een telef- fect, want er is niet bewust naar nesten gezocht. In de Braakman polder deden zich geen noe menswaardige veranderingen voor. Elders in de streek is het voorkomen fragmentarisch en blijft het ontdekken van een territorium vaak een toevalstreffer. Sperwers blijken erg territori- umtrouw te zijn en bouwen meestal op korte afstand van het vorige nest een nieuw. Buizerd Het aantal broedgevallen/territoria is in 1995 nagenoeg gelijk gebleven aan dat van vorig jaar. zonder al te veel verschuivingen. Enkele terri toria opgegeven in 1994 bleken op een misver stand te berusten. Net als vorig jaar verbleven er minstens 3 solitaire buizerds in de streek. Bezuiden de fortengordel en in de Braakman polder is het aantal broedgevallen afgezien van enige verplaatsingen gelijk gebleven. Vermoed wordt dat op het Groot Eiland en in de polders enkele paren aan de aandacht zijn ontsnapt. Gedurende de broedtijd gedraagt de buize d zich zeer onopvallend nabij zijn nest en s daarom voor zo'n grote vogel moeilijk e localiseren. Ook in 1996 is het aantal broedgevallen/territ )- ria is nagenoeg gelijk aan dat van de twee voorgaande jaren. De meeste daarvan zi n reeds jarenlang bezet. Opmerkelijk is dat ce soort zich nauwelijks meer uitbreid terwijl er óp I het oog voldoende geschikt biotoop aanwezig i Wellicht komt dit door de slechte reproducti Anderzijds verdwenen dit jaar territoria doordat de nestboom werd omgezaagd (De Ratte) of I door verstoring in voorgaande jaren (Zwartenhoek). Het vermoeden bestaat dat vooral in het poldergebied enkele paren aan cs aandacht is ontsnapt. De meeste buizerds bl: - ken kraaienesten te gebruiken als basis voer hun eigen bouwsel. Sommige ervan beginne i; na enkele jaren gebruik een behoorlijke omvang I aan te nemen. Bruine kiekendief Naar aanleiding van de resultaten in 1994 in he; gebied ten zuiden van de fortengordel is in 199 5 meer aandacht besteed aan diverse riet- restanten binnen de gemeenten Hulst en Hon- tenisse. Dit resulteerde - zoals werd verwacht in een vijftal nieuwe locaties. Doch ook zonde deze nieuwe locaties is het aantal broedpare hoger dan ooit tevoren. Er zijn geen broedgevallen in graanveldei vastgesteld, wel in sloten met een pluk riet en enkele are's grote kreek restantjes. Voor Saef tinghe is het aantal van 15 een minimum daa minder intensief is geïnventariseerd dan ir 10

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 12