(94. de vaste telgebieden werd bij de bruine kie- ndief o.h.a. geen verdere toename geconsta- ard in 1996, maar bleven de aantallen vrijwel C; 'lijk. In Saeftinghe bleef het aantal broedparen abiel: 10-12 tot 10-13 in 1995. De toegenomen grazing met rundvee in het oostelijke deel aarin zich de meeste rietvelden bevinden is jkbaar nauwelijks van invloed. Van enkele eek restanten waar gewoonlijk wel kie- ndieven broeden zijn geen gegevens ontvan- :n. In het dekzand gebied bleek de soort dit- aal aan enkele zeer kleine kreekjes als broed sel te ontbreken. Het totaalaantal is waar- hijnlijk toch wat lager geweest dan het voor bande jaar. )omvalk vee zekere broedgevallen zijn ontdekt in 1995 in beide gevallen is minstens 1 jong uitgevlo den. 0 29.8 werd op Steenovens een jonge vogel vonden met gebroken vleugel. Het wordt niet tgesloten dat het een jong betreft van de 1-2 tren die waarschijnlijk reeds enkele jaren op n onbekende plaats ergens tussen Terneuzen, uiskil en Axel broeden. Ook elders in het /ewest worden al jaren lang boomvalken aargenomen in het broedseizoen. Die waarne- ngen kunnen betrekking hebben op de be- mde broedgevallen maar ook een onontdekt oedgeval is lang niet onmogelijk, et over de grens werden broedgevallen gemeld Assenede en Zelzate (W. Desmet) met ensoverschrijdende "jachtterritoria" tot bij Phi- :ppine (H.Castelijns) en Oudenpolder/Canisvliet Mombeur, J. van den Steen). 1 1996 slechts 2 zekere broedgevallen en meer egevens zijn er nauwelijks. Aan deze soort is rijwel geen aandacht besteed. Ook zijn er ■auwelijks losse waarnemingen ontvangen. orenvalk De torenvalk is niet in alle deelgebieden even ntensief in 1995 geïnventariseerd; in de polders ondom Zaamslag, Vogelwaarde, Kloosterzande en Lamswaarde vrijwel niet. Ook lang niet alle nestkasten zijn gecontroleerd. In veel gevallen zijn aanvullingen verkregen van derden. De er- aring heeft geleerd dat in de jaren daarna nog nenig aanvulling kon volgenen en dat is dan ook gebeurd. 1995 was voor de soort een ge slaagd broedseizoen. Het aantal territoria ont loopt dat van vorig jaar weinig, maar de reproductie is ditmaal veel beter. Een gering aantal territoria betreft haast zeker solitaire vo gels. Ook deze maken gebruik van de nestkas ten. Ze worden gebruikt als roest- en slaap plaats, fel verdedigd tegen indringers van het territorium en er wordt zelfs braaf prooi aange dragen, evenwel zonder dat er eieren of jongen zijn. In 1996 is de torenvalk alleen in de vaste telge bieden tamelijk volledig geïnventariseerd. Daar buiten zijn zelfs van een aantal nestkasten nauwelijks gegevens voorhanden. Wel zijn in de buurt van nestkasten veel territoria vastgesteld. Het vinden van wildnesten van deze soort is geen eenvoudige opgaaf en zeer tijdrovend. De waargenomen afname kan dus deels een gevolg van deze verminderde aandacht zijn. Toch kun nen we ons niet aan de indruk onttrekken dat de soort ten opzichte van 1995 ontegenzeglijk is afgenomen. Er zijn opmerkelijke verschillen. In de goed onderzochte Saeftinghepolders ontbrak de soort nagenoeg terwijl in Midden-ZVI en het dekzandgebied het aantal territoria vrijwel gelijk bleef. Sinds in de jaren tachtig rondom massaal populieren zijn gekapt waardoor er weinig hoge bomen meer staan gaat het niet best met de torenvalk aldaar. Tegelijkertijd is het aanbod van nestkasten drastisch gedaald. Gegevens verwerkt van: H.Bun. A.de Smet, H.Caste lijns, W.Mahu, J.Poortvliet, A.de Kind, W.de Smet, T.ljsebaert, M.Buise, E.Matthijs, G.Ottens, A.v.d.Wiel, J.Maebe, A.Paauwe, C.Dentz, J.de Ridder, J.v.d.Steen, F.Tombeur. E.Taelman, G.BIaauwendraat. P.Maas, E.Bogaert, R.Remmerts, N.Buise-van Giesen, C.Smet, M.Capello, G.Sponselee, A.Wieland, W.Wisse, C.Rie- mens, M.Kindt, K.Steyaert, J.Buise-Rogiers, A.Kind, L.Persijn, A.v.Eerdenburg, J.Deyaert, Th.Stael, H.Ver- schueren, P.van Damme, E.v.d.Wielen, K.Steendijk, L.Kerckhaert, W.Mangnus, T.Maenhout, E.Steijns, G.de Moor, A.v.d. Wiel, E.v.Assche, E.Baecke, J.Wolfert, D.Schutz. C.Bogaert, W.de Koek, A.KIaassen. Literatuur: Buise M.A. 1995. Documentatie over het broedvo- gelvoorkomen van dagroofvogels in oostelijk Zeeuwsch- Vlaanderen. Intern rapport Roofvogelwerkgroep Zeeland. Castelijns H. Vergeer J.W. 1996. Roofvogelonderzoek en -bescherming in Zeeland in 1995. Rapport Roofvogel werkgroep Zeeland/Vogelbescherming Zeeland regio Delta, Goes.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 13