Tuurlijk wel. Alleen moeten we onze bestuurders aan hun afspraken houden. Er is nog iets wat mij verbaast, of liever gezegd, waar ik mij aan erger. In alle voorbesprekingen bij herinrichtin gen of ruilverkavelingen in Zeeuws-Vlaanderen stond de agrarische wereld lijnrecht tegenover de "natuurjongens" En meisjes natuurlijk). Kust West Zeeuws-Vlaanderen, GEEN BOS!!! En al die grootschalige wanstaltige Caravanparken dan, zijn die dan zo mooi? Herinrichting Hoek, GEEN BOS!!! Alhoewel de neuzen nu al meer in dezelfde richting staan, hoor ik eigenlijk nie mand uit de agrarische richting sputteren over een containeropslagplaats. Wat hebben we nou liever? Schaduw van bomen of schaduw van containers? Nu zult u wel denken dat ik een doemdenker ben, een rasechte pessimist. Niets is minder waar! Er is een uitweg. We begrenzen de industrie binnen de afgespro ken grenzen. Geeft hun de ruimte, maar spreek hun ook aan op hun verantwoording. We gaan het openbaar vervoer nu eens echt stimuleren. Goede busverbindingen van en naar de voet veren!!! (ja Voetveren!) Dan hebben we nog steeds een prachtig landschap. Overwegend agrarisch, geschapen door de mens. Zie die boeren dan ook hier te houden. Zij zorgen voor een groot deel van het landschap wat deze streek zo aantrekkelijk maakt. Stimuleer de plat telandsontwikkeling. Geen grootschalige cam- pingbedrijven meer, maar kleine boerencam- pings met een 20 of 30-tal seizoensplaatsen. Agrotoerisme. Help die boer de natuur op het boerenbedrijf te verbeteren. Laat die boeren en natuurjongens een beetje naar elkaar toe groeien.Samen kunnen zij voor een produkt zorgen, het Zeeuws-Vlaamse landschap, dat een aantrekkelijk geheel is voor een recreant om te verblijven. De overige Zeeuws-Vlamingen die overdag werkend zijn in die industrie-zone zullen ook moeten kunnen recreëren, toch? Bedenk dit: zonder boeren geen landschap, zonder land schap liggen er straks nog een paar weliswaar wat grotere natuurgebieden ingeklemd tussen de industrie. En op het terrein vandeze jongens kan je zeker niet kamperen en broedt ook geen roodborsttapuit meer! En ik mopper nu wel op de industrie, maar wat te denken van de wanstaltig groeiende recreatie bedrijven aan de kust? Is er iemand die daar van wakker ligt? Hoe mooi is West Zeeuws- Vlaanderen niet op een herfstachtige morgen een paar weken na de herfstvakantie. Je ri cï over een schitterende Bavodijk bij Nieuwvliet. je gaat een bocht om enknal! Daar liggen ze. Verscholen achter wat schamel schaamgroBr van nauwelijks twee meter breed. De blikkr dozen, waar vaak al geen wielen meer once: zitten, geschakeerd op rijtjes met keuiig gemaaide paadjes er tussen. Tuinkabouters er voor, witte paaltjes met kettingen als "tuii afscheiding. Mensen die de camping amps' afkomen, wat lanterfantend hangend aan Ie bar, terwijl de kinderen het zoveelste tochtje van de enorme waterglijbaan maken. Fantasielocs, hersendood. Goed, ze hebben er recht op. Maar waarom hier? Als je toch de camping ma: afkomt, waarom zou je dan niet gewoon ergens onder de periferie van de randstad blijven, de glijbaan is daar zelfs langer en ze hebben er nog betere cocktails in de bar! Ik hoor het ce economen zeggen: Ze brengen wel geld in hat laatje en het is ook goed voor de werkgelegen heid." Nee dan de toerist die 's morgens vani it zijn kleine hotel ergens op het platte land af vanuit zijn tent in de boomgaard-camping Ven de boer, de eventuele huurfiets pakt en een flinke fietstocht maakt door het Zeeuws- Vlaamse land. Met de Zeeuwse Vlegelbote- hammen met Zeeuws vlegelspek in de fietstes een tocht maakt langs boerderijen die streei - produkten verkopen, langs leuke eettentjes, pi - toreske dorpspleintjes, schitterende kleire musea's en natuurlijk uitzonderlijke natuurgs - bieden. Die toerist die kom ik graag tegen! Als k over de Fortdijk bij Koewacht loop en ik kom die toerist tegen, dan ben ik zo blij met die meg;- toeristen trots met zijn glijbaan en bar met bubbelbad. Alsjeblieft laten we een paar van d e campings in stand houden, zodat ze binnen h(t hek blijven, zodat u, ik en die fietstoerist kunne i blijven genieten van de Fortdijk! 18

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 20