Weg met de nette wintertuin! Door: Marian Langev -I: Een opgeworpen takkenhoop, en aardig vij vertje of een flinke drinkbak, niet verwij derde, afgevallen bladeren onder struiken en bomen; wat kunnen een paar eenvoudige dingen toch een verrassende uitwerking hebben op het vogelleven in een tuin. Met de winter voor de deur pakken veel tuinbezitters hun tuin nog eens flink aan. Snoeischaar en zaag zijn daarbij belangrijke attributen. De uitgebloeide planten worden tot op de bodem afgeknipt, de hagen nog eens gladgeschoren en takken van struiken en kleine boemen her en der afgeknipt. De groente-, fruit- en afvalcontainers voeren er wel bij. Snoeisel dat nog te groot is om in de groene bak te passen wordt nog eens geknipt en weer geknipt tot het er keurig in kan. Wat een werk toch allemaal. Laat toch het blad en de stengels van de uitgebloeide planten zitten in de winter. Dat geeft niet alleen de planten wat bescherming tegen vorst, maar ook heel wat voedsel voor de vogels. Zaad van de uitgebloeide bloe men. Allerlei miniscuul kleine eitjes die in secten afgelopen zomer op de balderen en stengels hebben afgezet en ook heel wat van die beestjes zelf zolang het niet te hard vriest. Kijk nu de vinken scharrelen waar de margrieten bloeiden en de putters driftig zaad uit de uitgebloeide kaardebollen pikken, terwijl pimpelmezen langs de sten gels van dezelfde plant op zoek zijn naar nog resterend dierlijk voedsel. Bladvrij: al te steriel Misschien wel vogelonvriendelijker dan dat genipt en gesnoei is het verwijderen van het afgevallen blad tijdens de in sommiger ogen zo noodzakelijke 'winterbeurt'. Nog een stapje verder gaat de tuinfreak die zijn boorders en de grond onder de struiken elk jaar weer omspit. Dan is er voor de vogels niet veel meer te halen en voor ons des te minder te beleven. Natuurlijk veel blad op het gras is voor een fraai ogend gazon niet zo best, maar in de borders en onder struiken doet zich dat probleem niet voor. Besdragende heesters trekken in het najaar veel vogels aan. Deze koperwiek snoept van de bessen van Co- toneaster. Verterend blad en humusvorming betekent mear bodemdiertjes net boven en onder de gronl spinnetjes, torretjes, pissebedden en wat er alls- maal niet meer kronkelt en wriemelt, springt en kruipt en nu ook winterslaapt. Vergeten we niet de regenwormen die van al het gespit ook niet zoveel moeten hebben en die er niet vetter ven worden als al het blad wordt weggehaald. Een stukje achter in de tuin onder bomen en struiken waar alles mag gaan zoals het vanzelf gaat, dat is prachtig voor vogels. Er is beschi t- ting en de donkere bodem is iets warmer den elders; er is voor het gevederde volkje nog he3l wat te vinden. Een takkenhoop als lustoord Takkenhopen: ook al van die prettige plekjes voor vogels. Laten we de reinigingsdienst maa wat gesjouw besparen, we stapelen het dode ei afgesnoeide hout op een flinke stapel in de hoek of gebruiken het als erfscheiding. Lekkers 20

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 22