9 grauwe gans is de groot- e van de trekkende ganzen- )orten. Zijn grijze verenpak )et zijn naam eer aan. De Dvenzijde van de voor- eugel is lichtgrijs, wat te en is wanneer hij zijn eugels omlaag slaat. De lavel is opvallend groot en j oranje als een winterwor- i. De grauwe gans trekt in 9ordende groepen. De rietgans heeft een opval lende donkere (aangebrande) kop en een lichte buik die geleidelijk naar de kont verbleekt. Een groot deel van de hals is donker. De voor kant van de bovenvleugel is wat lichter, maar donkerder dan die van de kleine riet gans. De rietgans trekt in geordende groepen. De kleine rietgans heeft ook een donkere kop, maar de hals is wat lichter dan die van de rietgans. Daarom steekt bij de kleine rietgans alleen de kop donker af. De voorkant van de boven vleugel is tamelijk licht. De kleine rietgans trekt over in chaotische groepen. oe klinken ze? 1 anzen herkennen aan hun roep, zoals doorgewinterde vogelaars doen, is niet gemakkelijk. Een cd et vogelgeluiden kan u daarbij helpen. Zo klinken de ganzen als je hun roep omschrijft: e grauwe gans laat het diepe, schorre gakken oren dat we gewend zijn van de boerengans. at is immers een getemde grauwe gans. Soms linken er langere uithalen tussendoor. olganzen vliegen luidruchtig over. Hun zang ordt beschreven als 'juichend' of 'lachend'. Het )epen klinkt als een tweetonig nasaal hoog en tag: 'hiep-hiep-hoi'. 'e kleine rietgans roept met een scherpe taccato-roep, die tussen die van de rietgans en e kolgans in zit. De ene lettergreep wordt tuiterend herhaald, soms diep, dan weer hoog innikend en met af en toe snerpende uithalen. De rietgans laat zich tijdens de vlucht minder horen dan de kolgans, maar heeft net als de kol een roep met uithalen, maar duidelijk lager van toon, soms ijzingwekkend snerpend, dan weer zo schor als een brandgans. Rotganzen roepen hun naam met een lange roller vooraf: 'rrrröt-rrrröt-rrrröt'. Als de grote groepen hun diepe rollers uiten, ontstaat een diep gemummel boven het slik. De brandgans roept een schorre, eentonige roep, die aan blaffen doet denken. Die ene roep wordt steeds herhaald, soms met geregelde tussenpozen, dan weer snel achter elkaar. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1998 | | pagina 25