ten die een geschikt kiemingsmilieu voor de lort vormen. In 1993 waren er geen koeien meer te bekennen. Aan de dikte van de elzen- Kammen te zien waren ze zeker al vier jaar ge leden weggehaald. Het gevolg was een snelle successie en enkele exemplaren van Zilt tor- kruid was het enige interessante wat nog res- Kerde. Teneinde de omstandigheden voor Kruipend moerasscherm te herstellen werd besloten de verruiging zo snel mogelijk terug te dringen. Met instemming van de particuliere eigenaar gingen vrijwilligers van de Stichting Landschapsbeheer ■eeland in oktober 1993 met de zeis aan de siag. Het terrein was te drassig en de vegetatie te hoog om het gemotoriseerd te maaien. Het maaisel werd zo goed mogelijk afgevoerd naar Ie bosrand. Het meeste maaisel werd opgepakt met de hooivork, waarna de bodem nog eens Werd afgeschraapt met de hooihark zodat ook ftlantresten van voorgaande jaren werden ver wijderd. Daarbij werden ook veel wortels van riet en brandnetels uitgetrokken. Daardoor ont stonden nieuwe kiemplaatsen op de open plek- Ëen in de zode. Na 1993 is er jaarlijks tweemaal /gemaaid, en wel in juli en oktober. Met de zeis ©f met de eenassige maaibalk, wordt over het Kruipend moerasscherm heen gemaaid, zodat leze toch tot bloei en vruchtzetting kan komen. ■Dm het effect van ons maaibeheer te volgen Els Simons en Wim Wisse dragen het afgemaaide hooi weg uit het gebied. Foto: Peter Maas zijn sindsdien jaarlijks streeplijsten gemaakt met dezelfde abundantieschaal als in 1983 (tabel 1). In 1983 betrof het een zeer soortenrijk grasland, waarvoor 108 soorten op de streeplijst werden genoteerd. Het toen geïnventariseerde gebied is echter beduidend groter dan het vanaf 1993 be heerde terrein. De toenmalige veldkaart toont aan dat enkele minder algemene soorten in een aangrenzend oeverland stonden; deze zijn daar om niet in de tabel opgenomen. Van de algeme nere is dat niet meer te achterhalen. Het terrein- deel waar toendertijd Kruipend moerasscherm 83 93 94 95 96 97 1. Soortenlijsten met abundantie tussen 1983 en 1998 van de groeiplaats van kruipend moer asscherm bij de Vogelkreek (kmhok 60-373). Tansleycodes: 1: Rare (zeldzaam, weinig exemplaren); '2 Local (op weinig plaatsen, plaatselijk soms talrijk); 3: Frequent (regelmatig gevonden); 7: Abun- Alant (algemeen); 8: Codominant (samen met andere soorten overheersend); 9: Dominant ■overheersend). Achillea millefolium (Duizendblad) - 2 - - - - Agrostis stolonifera (Fioringras) 8 - - 3 3 3 3 Alisma plantago-aquatica (Grote waterweegbree) 2 - - - - - 1 Alnus glutinosa (Zwarte els) - 2 2 2 2 2 2 Alopecurus geniculatus (Geknikte vossenstaart) 7 - - - - Anisantha sterilis{Ijle dravik) 1 Anthriscus sylvestris (Fluitenkruid) 2 - - - - 1 1 Apium nodiflorum (Groot moerasscherm) 2 - - 1 1-2 Apium repens (Kruipend moerasscherm) 2 - - 2 2 2 2 Arctium minus (Gewone klit) 1 - Aster tripolium Zulte) 2 - - - - 1 - Atriplex prostrata (Spiesmelde) 2 - - - 1 - - Azolla filiculoides (Grote kroos varen) - - 2 -

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1999 | | pagina 19