Bruine kiekendieven in Zeeuws-Vlaanderen in de winter 1998/99 Door: Henk Castelijns en Pieter Simpelas I De afgelopen winter hebben de Zeeuwse Vogel werkgroepen een onderzoek gedaan naar slaapplaatsen van kiekendieven. In deze korte bijdrage geven wij een samenvatting van de Zeeuws-Vlaamse gegevens van de Bruine Kie kendief. In de periode 5 december 1998 tot en met 6 fe bruari 1999 werden in Zeeuws-Vlaanderen in totaal 79 tellingen op 25 potentiële slaapplaat sen uitgevoerd. Dat leverde 21 tellingen van acht verschillende locaties met Bruine Kieken dieven op (tabel 1). De best bezette slaap plaats, die overigens omdat het zoveel mens kracht vergt slechts twee keer werd geteld, was het Verdronken Land Van Saeftinghe. De Kie kendieven die daar slapen wisselen vermoede lijk uit met het Schor Ouden Doel, het Dieven- gat en de Vlaamse Kreek. In totaal hebben in die omgeving tenminste 51 en maximaal 53 Bruine Kiekendieven overwinterd. Het overwin teren van Bruine Kiekendieven in Zeeuws- Vlaanderen is begonnen in Saeftinghe in de ja ren tachtig. In de tweede helft ging het daar nog maar om vier tot twaalf vogels (Maebe Caste lijns 1992). Wat eens in het buitendijkse Saef tinghe begon, doet zich tegenwoordig ook bin nendijks voor. Ook daar overwinteren Bruine Kiekendieven en wel vooral op plaatsen met veel watervogels. Uit onderzoek aan braakbal- len die 's winters in Saeftinghe werden verza meld, bleek dat ze wat betreft hun voedsel het daar vooral van moeten hebben (Clarke et al 1993). In de winter 1998/99 sliep er ook één Bruine Kiekendief aan het groot Eiland. Overdag waren er vaak twee vogels aanwezig. Waar de tweede vogel sliep is niet bekend. Het overwinteren van Bruine Kiekendieven aan het Groot Eiland is in het begin van de jaren negentig begonnen. Het gaat telkens om één tot twee vogels (mededeling Rob Remmerts). Andere slaapplaatsen die de afgelopen winter door Bruine Kiekendieven gebruikt werden, zijn Zwarten Hoek (waar volgens Alex de Smet ook overdag geregeld één exemplaar in de omge ving aanwezig was), het Grote Gat Oostburg (volgens Pieter Simpelaar overdag geregeld Bruine kiekendief Tekening: Awie de Zmfl één en op 23 januari 1999 twee exemplare- I aanwezig) en de St Kruiskreek (volgens Pieter I Simpelaar op 15 januari 1999 overdag één I exemplaar) aanwezig. Ook rondom de Braak man werd de afgelopen winter geregeld eer Bruine Kiekendief gezien (Jaap Poortvliet er Henk Castelijns), maar de slaapplaats werd ie gevonden. Losse waarnemingen zijn er van de Sluispolder (ander exemplaar dan dat van dej 1 Braakman), de Beoostenedepolder en de Grote I Boompolder. Uit tellingen op slaapplaatsen en losse waarnemingen blijkt dat er in de winter j 1998/99 in Zeeuws-Vlaanderen 55-60 Bruine Kiekendieven hebben overwinterd. Slechts één I vogel was een volwassen man, de andere /o- I gels waren in vrouwkleed. Het onderscheid tus- 'i sen volwassen en onvolwassen vrouwtjes B ui-1 ne Kiekendieven is pittig, vandaar dat we, of-1 schoon er aanwijzingen zijn dat het voor meer I dan tweederde jonge (dus geboren in 1998) /o-[ gels betreft, daar nog geen gefundeerde uit-1 spraak over durven doen. Dit overzicht is mogelijk niet compleet. Als e- mand nog waarnemingen van Bruine Kiekenc e ven heeft, stellen wij het op prijs dat hij/zij ze| aan ons doorgeeft. Ook waarnemingen uit eer-I dere jaren zijn welkom.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1999 | | pagina 24