4 w Even bijbomen Door: Hans van Hage, kritisch natuurliefhebber je hele dagen bezig bent in of met de na- t ur wil je wel eens wat anders. Al weer een je ben ik al lid van Prometheus, een ge- schap, clubje, dat met enige regelmaat hrijvers van naam naar Zeeuws Vlaande- weet te halen. In Terneuzen om precies zijn, in Porgy en Bess wordt dan zo'n hrijver de kans gegeven om het aanwezi- publiek warm te laten lopen voor zijn of ar boeken. Het publiek geeft de schrijver zijn beurt weer een kans om te oefenen het spreken in het openbaar, een kunst niet zo heel veel schrijvers bezitten. rschillende keren heb ik op die manier al de ns gehad om zo een "bekende Nederlander" n dichtbij te bekijken. Twee schrijvers spron- n er uit. De eerste was Tijs Goldschmidt, een dragsecoloog (laten we hem voor het gemak iar bioloog noemen) die een magnifiek boek schreven heeft over de evolutie van baars- ntige visjes in Afrikaanse meren. Het verhaal t Goldschmidt die bewuste avond vertelde s een beetje eng. Kortweg ging het over de .wuste of onbewuste invloed van de mens op leefomgeving van verschillende diersoorten, dit geval waterdieren in die Oostafrikaanse -.eren. Een onderwerp dat ieder rechtgeaard elkluutlid minstens achter de oren zou moe- i doen krabben. Niets was minder waar. Die wuste avond heb ik twee leden herkend. Nu roet u niet gelijk gaan bellen dat u er ook was, ry, ik heb u niet gezien. Het is gewoon een dat als er een avond iets georganiseerd rdt die niet direct herkenbaar is als een na- iractviteit, weinig of geen leden van onze ver ging op komen dagen. Toch was het verhaal n Goldschmidt humoristisch, serieus, bewo on, emotioneel, én voor iedereen begrijpbaar, n verhaal wat nu, bijna twee jaar later, nog aeds indruk op mij maakt. Hoe krijgt de mens ■et toch telkens weer voor elkaar om complete osystemen, leefgemeenschappen, in een klap :;m zeep te helpen. En wat is de natuur telkens eer veerkrachtig! Vaak pak ik het boek van oldschmidt er nog eens bij om iets op te zoe ken. Ik kan het u aan bevelen. Het leest als een oannende roman. Een paar maanden geleden was het weer raak daar in Porgy en Bess. Een schrijver die door net zo veel mensen geprezen als gehaat wordt. Midas Dekkers, bioloog en schrijver. Nu is Dek kers geen hoogdravend literair wonder. Hij is bovenal een bioloog, misschien wat gefrus treerd, maar wel met een heldere kijk op de din gen. Nuchter. Sommige mensen vinden hem kwetsend. In ieder geval windt hij er geen doek jes om. Hij bekijkt de mens door de ogen van een bioloog. Hij ziet onze samenleving als een bak met witte muizen. Een soort laboratorium, maar dan met mensen als proefdieren. Echt vernieuwend was hij die avond toch ook weer niet. Wie eens een radio of tv-programma van hem heeft gezien of gehoord, of wel eens een paar columns of boekjes van hem heeft gele zen, kon de avond voorspellen. Hoe stom hon den zijn ten opzichte van katten. Dat kinderen eigenlijk maar etters zijn die het grootste deel van het milieuprobleem vormen en dat bijna al le handelingen die de mens uitvoert te herleiden zijn tot basale, vaak hormonale kwesties. Er waren dit keer beslist meer leden van onze vereniging. Zo veel dat hij er zelfs grapjes over kon maken. Een mevrouw van bovengemiddel de leeftijd ergens uit het midden van de zaal vond hem wel erg komisch. Bij alles wat Midas vertelde kirde ze van genot en herkenning. "Oh ja, jaaü Haar man die verveeld naast haar zat, volgens mij schaamde hij zich een beetje, stootte haar een paar keer aan. Waarschijnlijk dacht zij dat dit een soort aansporing was, want ze leek al leen maar harder te gaan kirren. Totdat Midas Dekker een behoorlijk vervelende opmerking maakte over vrouwen in de overgang. Ik keek zo onopvallend mogelijk richting de vrouw die nu bijna in opperste extase was. Haar man leek door de grond te zakken. Ik had medelijden met hem. Zij leek nog steeds niets te merken. In de pauze sprak de spreker-schrijver mij aan. "Vervelend hè, zij hij." "Hoe bedoelt u?" Vroeg ik.Nou vrouwen in de overgang...." Ik liet mijn boek signeren en kon mij goed voorstellen dat er ook mensen zijn die zo een avond gewoon weg niet durven te komen. Midas zou in dit ge- 29

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1999 | | pagina 31