4 /ei .varrende, omdat enkele soorten uit deze groep ooi- in b.v. hout nestelen. Slechts enkele ex. nestelen 's omers in de houtblokken. Deze graafwesp voedt zijn longen uitsluitend met zweefvliegen. G vone goudwesp, Chrysis ignita Dit is een koekoekswesp, eentje die dus stiekem eitjes in de nesten van de andere soorten legt. Ze is schitte rend "metallic" rood en blauw gekleurd. Het is de eni ge soort goudwesp die de insectenwand bezoekt. Mc estal zo'n 3-4 exemplaar. Ze parasiteert op de ver se iendezomersoorten. E oekers T ibladsnijder, Megachile versicolor DeTuinbladsnijder is een behangersbij. Het wonderlij ke gedrag van behangersbijen is al veel beschreven. Al sinds het begin (1995) is ze aanwezig op de insec tenwand. Steeds worden er ook blaadjes gesneden, va de eglantier, maar meer nog van het kleine per zik toompje. Toch is nog nooit met zekerheid nestge- drs g in de houtblokken vastgesteld. Vaak zijn er wel 2- 3 ehangersbijen die er wat "rondhangen" en regel- r tig in de holletjes kruipen. Waar nestelen die beest jes dan wel? Grote wolbij, Anthidium manicatum E van de mooiste bijen, geel-wit-zwart getekend. Iedere zomer in kleine aantallen aanwezig, de holletjes be oekend. Maar net zoals bij de behangersbij is nooit nc tgedrag vastgesteld. Deze soort heeft een zeer op- va iend, zweefvlieg-achtig territoriumgedrag. Malecta albifrons, Bruine rouwbij Zomaar een toevallige passant, die kennelijk een n ichtje kwam slapen in een van de holletjes. Dit is een koekoeksbij van de Gewone sachembij, die ik ver- ei nooit hier in de directe omgeving heb gezien. Gewone wesp, Vespula vulgaris en Duitse v esp, Vespula germanica Aiiebei deze zeer algemene plooivleugelwespen be- z eken zo af en toe de insectenwand op zoek naar iels eetbaars. Predatie op een van de kleinere bijen soorten heb ik nooit waargenomen. Gedrag Uiteraard heeft iedere soort zijn eigen gedrag. Sommi ge beesten zijn echte zonaanbidders, zoals de Tron- kanbij en de Gewone goudwesp. Wanneer de hout blokken nog maar net in de schaduw komen te han gen, valt de activiteit van deze soorten snel stil. Er zijn ook andere soorten, zoals de vliegendoder, die 's avonds veel langer doorgaan. Ook de manier van de broedcellen dichtmetselen verschilt enorm. De metsel- bijen metselen met leem de zaak heel netjes af. De Tronkbijen werken zo te zien erg slordig, ze werken met hars. Grappig om te zien is wanneer een Tron kenbij een nestholletje betrekt dat eigenlijk veel te groot voor deze soort lijkt. Dan wordt de ingang eerst eenvoudigweg met hars wat kleiner gemaakt, zodat alleen de kleintjes er nog in kunnen. Wanneer we naar het soort van behuizing kijken dan zien we dat de houtblokken door alle soorten gebruikt worden, de bamboestokjes alleen door de metselbijen, en de gaatjes in de muren tot nu toe door geen enkele soort. Hoewel de Goudwespen koekoekswespen zijn, en in principe dus een gevaar voor het nageslacht vormen, worden ze niet erg fel verjaagd. Het lijkt wel zo dat ze betrekkelijk ongestoord hun werk kunnen doen. Meestal hangen de koekoeksbijen wat rond de nesten. Af en toe komen ze dichterbij en inspecteren ze syste matisch de nestholletjes. Ze laten zich daarbij wel wat verjagen, maar vliegen nooit ver weg en zijn ook zo weer terug. Meestal hangt er in de zomer een hele zwerm mannetjes van de Tronkenbij rond de nestjes. Ze proberen te paren met de ijverige vrouwtjes. Daar bij lijkt het dat ze zich soms vergissen in de soort, want soms landt er zo'n mannetje op de rug van een goudwesp. Hoewel de Goudwespen wat groter zijn dan bijvoorbeeld de Tronkenbij, vliegen ze wel even weg als een mannetje Tronkenbij per ongeluk bij hun op de rug landt. Terwijl die mannetjes niet eens kun nen steken! Het blijft maar boeien... Literatuur Bellmann H., Gids van Bijen, Wespen en Mieren. Tirion, bewerkt en vertaald door Theo Peeters. Calle, 1996. Insektenhulp in eigen tuin, De Stettkluut, jaargang '96, nr. 1. februari, pag 10. Klein, Wim, 1996, De Graafwespen van de Benelux. Jeugd bondsuitgeverij. Lefeber, Br. V.. 1979, Verspreidingsatlas van 64 Soorten Neder landse Graafwespen. Nederlandse Faunistische Mededelingen. Eis-Nederland en Rijksmuseum van Natuurlijke Historie. Leiden. Zanden van der, 1982, Tabel en Verspreidingsatlas van de Ner- derlandse Niet-Parasitaire Megachilidae, Nederlandse Faunisti sche Mededelingen 3, EIS-Nederland en Rijksmuseum van Na tuurlijke Historie, Leiden. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1999 | | pagina 25