(CDNA), dat is de officiële (of is het een offici- euse instantie die de haar voorgelegde geval len beoordeelt, ook gevallen voorgelegd die niet via Dutch Birding zijn gemeld. Zulks is inderdaad mogelijk aangezien CDNA niet mag geïndentificeerd worden met de Stich ting Dutch Birding Association. Men kan z'n waarnemingen steeds rechtstreeks toezenden aan CDNA zonder eerst een vermelding ergens in een 'waarnemingsrubriek'. De CDNA kan inderdaad niet-aan-haar- voorgelegde gevallen beoordelen op grond van een publicatie in een boek, tijdschrift of rapport. Mits zij kennis heeft van de publicatie natuurlijk. Een voorbeeld daarvan is mijn eigen waarne ming van de Roze Spreeuw (Sturnus roseus) in de Canisvlietbinnenpolder (Tombeur 1995). De waarneming werd niet via de klassieke procedu re voorgelegd aan het CDNA, maar deze heeft dit geval als het ware geëvoceerd. Ik vraag mij trouwens af of men zich tegen een positieve ho mologatie kan verzetten (tegen een verwer ping kan men wel in beroep gaan). Mij is onbekend of de CDNA van niet- of onvol doende gedocumenteerde (gepubliceerde) ge vallen bijkomende inlichtingen aan de waarr e mer vraagt. In de Vlaamse homologatiecom- missie waarvan Johan van den Steen eerst ic en later secretaris was van 1977 tot 1992 ge beurde dat wel. Waarnemers zijn evenwel niei steeds bereid om op die vragen te antwoordei Noot redactie: In de volgende Steltkluut wordt het slot van fit artikel geplaatst. Zwaan vooraan, twee eeuwen vreemde vogels in ons land Door: Marion de Bi o Een dikke pil waarin alle Nederlandse vogels vermeld staan, met de nadruk op zeldzame soorten. Een tweede deel, met schaarse en algemene vogels, volgt nog dit jaar. De vo gelaar blijft bladeren in de 'Avifauna van Ne derland'. Bij harde wind, vroege vorst of andere extreme weersomstandigheden belanden soms de vreemdste vogels in ons land. Vooral langs de kust, tijdens de herfsttrek. Misschien wel de merkwaardigste was een Canadese kraanvogel die in 1991 in het Lauwersmeer neerstreek, na dat hij een etmaal eerder nog op de Shetlandei- landen, ruim 800 kilometer verderop, was waar genomen. Hij liet zich een dag lang bewonderen door massaal toegestroomde vogelaars met te lescopen en camerastatieven om daarna spoor loos te verdwijnen. Een steltstrandloper bij Rhenen, een sneeuwuil op de Maasvlakte: de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna houdt het allemaal nauw gezet bij. Daarbij worden foto's of geluidsopna men, video's of veren als bewijsmateriaal vei- langd. Negentiende-eeuwse waarnemers na men vaak hun toevlucht tot het neerschieten van de vogel in kwestie. Natuurmusea staan er

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1999 | | pagina 26