Uit de botaniseertrommel:
Bloeiwijzen en bloemvormen
Door: Marian Langeveid
In je vrije tijd rijtjes leren?
Het kan heel makkelijk zijn om over bloe
men te praten. 'Die mooie rooie roos' of 'Dat
witte madeliefje met dat gele hartje' zal bij
niemand vragen oproepen. Toch is praten
over bloemen moeilijk. Stel u staat bij een
madeliefje. Een 'kenner' vraagt u om een
lintbloem, wat geeft u hem? Weet u wat er
bedoeld wordt met 'talligheid' en zo ja, hoe-
veel-tallig is Vingerhoedskruid?
Botanici hebben alle delen van bloemen be
noemd, voorzien van een 'juiste' naam. Dat
is niet alleen handig voor kenners, maar ook
voor u. Dit eerste verhaal is om u een soort
woordenboek te geven, om de verhalen uit
de nieuwe rubriek Vit de botaniseertrommet
te begrijpen.
Planten herkennen aan de bloemen
Bloemen zijn vaak het meest opvallende deel
van planten. Sommige mensen zeggen zelfs
'bloem' als ze 'plant' bedoelen. Nog veel meer
mensen zeggen 'bloem' tegen 'bloeiwijze'. Dat
maakt het niet altijd even makkelijk.
Door de enorme variatie in bloemen en
(mogelijke) bestuivers zijn heel veel typen bloe
men ontstaan, waarvan botanici systematische
beschrijvingen maken. Om deze beschrijvingen
goed te begrijpen is kennis van de termen no
dig. Hier noemen wij enkele voorbeelden.
Dé bloem bestaat niet
Een typische bloem bestaat uit (van buiten naar
binnen): Kelkbladen, kroonbladen, meeldraden
en stampers.
De aantallen hiervan variëren. Soms zijn ke k
en kroon samen het 'bloemdek' (Waterlelie, Be
verboom). In andere gevallen werken bladeren
mee met het aantrekken van insecten
(Kerstroos, Wolfsmelk). Kroon en kelkbladen
kunnen onderling vergroeien, evenals meeldra
den en stampers. Ook kunnen verschillende
bloemen gaan 'samenwerken', waardoor bloe-
wijzen ontstaan.
Spiralen en kransen
Om de veranderingen in bouw van bloemen en
bloeiwijzes te begrijpen mag één verschijnsel
niet worden vergeten. Bij 'primitieve' bloemen
staan de bloembladen, meeldraden en stam
pers in spiralen. Het meest bekende voorbeeld
is de Beverboom (Magnolia). Als u de bloemei
daarvan bekijkt zult u zien dat de bloemonde -
delen volgens een kurketrekker-patroon gerang
schikt zijn. Zo'n rangschikking heeft een bepei
king: de onderdelen kunnen niet met elkaar ver
groeien. Daarvoor moet de spiraal worden
'onderbroken'. De bloemdelen komen dan in
kransen te staan (in cirkels) en kunnen ver
groeien. De roos (kies wel een wilde) is een
voorbeeld van een bloem met kransstandigr
bloemdelen.
Op het rijtje af
Dit thema heeft iets van een woordenboek
daarom lopen we ook allerlei bloemvormen en
bloeiwijzen op een rijtje langs. Eerst de bloem
vormen, dan de bloeiwijzen.
BLOEMVORMEN
Bij het meest eenvoudige te beginnen:
Radiair symmetrisch
Achter deze moeilijke naam zitten de meest
eenvoudige bloemen. Om er enkele te noemen:
Rozen, ganzerik, nagelkruid en veel meer. De
naam betekent dat de bloem op meerdere ma-
28