yf
Een boekje open over aaskevers:
Zonder dood geen leven
Door: Henk van Ha i
Als je vaak langs ongebaande wegen door
de natuur zwerft, kan het niet anders of je
stoot wel eens op een kadaver. Hoeveel die
ren zijn er niet en eens gaan ze allemaal
dood. Als dat pas gebeurd is, willen we er
nog wel eens naar kijken, maar als aaseters
ermee aan de gang zijn geweest, is dat geen
prettig gezicht en lopen we liever meteen
door. Hoe groter het gestorven dier, hoe
minder we de aandrang voegen erbij stil te
staan.
Dood hoort bij de natuur. Juist dat proces van
afbraak van wat eens levend was, is een we
zenlijke schakel in de natuurlijke kringloop. Zon
der dood geen leven...
De eerste organismen die met die afbraak be
ginnen, zijn de bacteriën in de ingewanden van
het kadaver. Op de lijkengeur komen al binnen
een uur de eerste vleesvliegen af. Aaskevers en
doodgravers zijn er doorgaans ook sneller bij
dan aasetende zoogdieren zoals vossen en
zwijnen, en vogels zoals meeuwen, buizerds en
kraaien.
Een kadaver is voor elke coleopteroloog een
buitenkans: hij kan immers in korte tijd een
groot aantal keversoorten buitmaken. Jac.P.
Thijsse schreef dat al in het Verkade-album
Blonde duinen (1 911): 'Ik heb wel eens een
klein krengetje gevonden, daar was een heele
keververzameling aan bezig. Je moet bij zoo'n
gelegenheid boven den wind gaan staan en dan
even peuteren met een stok. Goede hemel, wat
een beesten!'
Demonstratie van kringlopen
We zijn er niet op uit om kevers van een kada
ver te verzamelen. Het gaat eerder om te de
monstreren hoe natuurlijke kringlopen verlopen.
Maar ik moet de eerste natuurgids nog tegenko
men, die de deelnemers aan een natuurwande
ling op de zondagmiddag confronteert met dit
Ook de doodgraver behoort tot de aaskevers
Foto: Ruud Km
toonbeeld van verval. En toch: het verhaal dal
erbij hoort is het verhaal dat wij zo graag willen
vertellen om meer begrip te kweken voor de na
tuur. Het verhaal dat al wat leeft, uiteindelijk
vergaat tot de elementaire bouwstoffen waaruit
het is ontstaan om opnieuw gebruikt te worden
door nieuw leven, tot in de eeuwigheid. Wij zijn
opgebouwd uit stoffen die eens deel hebben uil-
gemaakt van reuzensauriërs.
Met kaas gaat het ook
Bij de KNNV is een boekje met mooie tekenir-
gen verschenen waarmee de kevers die zich op
een lijk bevinden, gedetermineerd kunnen wor
den: Kevers op kadavers. Literatuur voor seri
euze onderzoekers, niet direct voor de gewone
natuurliefhebber, die hooguit wil weten wat hij
op en naast zijn pad tegenkomt en het onder
zoeken overlaat aan anderen. Toch vind ik er
een goede tip in, waar je als natuurgids wat aan
hebt. Als je mensen tijdens een wandeling eens
kennis wilt laten maken met aaskevers zonder
in kadavers te moeten peuteren, kun je kaas
gebruiken. Het laat zich raden dat de kaas die
het sterkt ruikt daar het meest geschikt voor is.
Limburgse kaas is helaas niet overal te koop.
30