We hebben er daarna nog veel gevangen. En elke keer als het betreffende dier het stuk hout in zijn nek kreeg zeiden we net van te voren nog even:" Sorry old chap....Klap!" het verhaal speelt zich af in Ierland) Waarschijnlijk vanwege het feit dat het vissen zo makkelijk ging en om de reden dat ze niet altijd met de benzinekoker wilde prutten verdween mijn partner de komende dagen steeds meer richting de wa terkant met de hengel. Enigszins veront waardigd probeerde ik intussen een maaltijd te bereiden op de benzinekoker. Het was toch mijn Hengel?! Koop er zelf een! Weer even terug naar mijn eigen geweten. Mag je dieren doden voor eigen gebruik, met andere woorden mag een jager een konijn schieten of een visser een vis vangen? Ik ben er nog steeds niet uit. Ik kan nu verhandelingen gaan houden over een voedselpyramide waar aan de top de mens staat en dat het in feite onze taak is, allemaal geklets. Ethiek. Ik zelf vond het een vreemde ervaring. Het vangen van een vis was spannend. Wat zou het dit keer zijn, een baars, een snoek, misschien wel een Zalm! Een ding is zeker. Of een vis nu wel of geen pijn heeft, leuk vindt hij het niet als hij met een scherpe haak ergens in zijn lichaam uit zijn element wordt gehaald in een milieu waar hij niet kan ademen. Of je hem nu uit het water haalt en hem heel vakkundig van zijn haak bevrijd vervolgens in een leefnet zet om aan het einde van de dag je vangst heel sportief weer terug zet, of hem een klap op zijn kop geeft vervolgens de haak uit zijn bek trekt en hem daarna schoonmaakt en op eet. In beide gevallen geldt voor mij maar één dringende vraag: heeft de mens het recht om een dier te vangen? Met andere woorden, te plagen, doden, pijn doen? Ongetwijfeld dat u een andere mening heeft. Voor mij is vissen is hetzelfde als jagen. Alleen bij sportvissen zet je de vis meestal levend terug. Gedood, of levend terug gezet, leuk vind de vis het vast niet. Sportvissen is trouwens een raar woord. Sport is volgens Koenen's Hand woordenboek der Nederlandse Taal: 1. allerlei lichamelijke oefeningen en ontspan ningen waarbij vaardigheid en kracht vereist worden; 2. ontspanning op geestelijk gebied met een wedstrijd karakter, b.v. dammen, schaken. Ik heb ondervonden dat vissen ontspannend kan werken, maar om het nou sport te noemen... Maar hebben andere mensen die tegen vissen en jagen zijn maar wel regelmatig in de natuur vertoeven niet een beetje boter op hun hoofd? Wat te denken van de vogelaar die met streep- lijst en potlood 's morgens vroeg voor dag en dauw in het veld alle soorten noteert die hij tegen komt? Of de insectenkenner die steeds op zoek is naar nieuwe soorten en om te deter mineren van elk soort wel een exemplaar mee naar huis neemt om hem vervolgens als "bewijsmateriaal" na de studie ergens mooi op te prikken? Wat te denken van iemand die planten fo tografeert, of plukt en droogt om ze vervolgens thuis in het herbarium te bewonderen? Zijn we niet allemaal een beetje een jager en verzamelaar? Wat beweegt iemand om de hele dag in zijn schuilhutje zit om vervolgens stijf, koud en stram huiswaarts te keren. Moe maar tevreden, met waarschijnlijk een hele mooie plaat van de Geelpootruiter! Is hij anders dan iemand die de hele dag in de regen aan de waterkant zit te turen naar zijn dobber om aan het einde van de dag zijn leefnet te legen en thuis bij moeder de vrouw de aantallen, soorten of kilo's te vermelden? Zijn zij anders dan de jager die de hele dag sjouwend door de Zeeuwse klei thuiskomen met een koppeltje fazanten? Ik hoor het u zeggen: "die vogelaar doet de vogels geen pijn." Nee, hij waarschijnlijk niet, maar ik herinner mijzelf, een jaar of veer tien/vijftien met mijn eerste camera met tele lens, liggend in het lange gras om een tureluur te fotograferen. Toen de foto gemaakt was hij is overigens mislukt) stond ik op. Alle vogels in het grasland vlogen op en aan mijn buik kleefde de restanten van een nestje met kievitseieren Lomp. ondoordacht, maar niet met opzet! Na tuurlijk zijn er ook nog mensen die geen van allen doen, niet fotograferen, vogels kijken, ja gen of vissen. Nee. Zij rijden met 120 over de snelweg. Thuisgekomen met de autogril vol geplette al dan niet zeldzame insecten schuiven zij achter de varkenskarbonade, ergens uit een Zeeuws Vlaamse biostal afkomstig. Ik vind het maar moeilijk! Een ding is zeker: volgend jaar gaat de hengel weer mee, evenals mijn camera. Een jachtge weer heb ik niet en mijn auto laat ik dan thuis! 11

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1999 | | pagina 13