kooien en worden ze daarna gedood. Ook komt et voor dat nesten en/of eieren worden vernie- gd of dat zelfs complete nestbomen worden mgezaagd. Roofvogels worden vervolgd op plaatsen waar Ie trefkans relatief hoog is, zoals vaste over- ii/onterings- en broedgebieden. Ook in de nabij heid van gezamenlijke slaapplaatsen van roof vogels en in gebieden waar een hoge dichtheid an grotere prooidieren is, komt vervolging voor. /ervolging van roofvogels gebeurt het hele jaar loor, maar er zijn toch wel periodes waarin het aker voorkomt dan in de rest van het jaar. Ver- lietiging van nesten, eieren en jongen ge schiedt uiteraard in de broedtijd (voorjaar en zo- jner). Andere manieren van vervolging vinden vaak in het najaar en de winter plaats. Er zijn fcan grotere aantallen (wintergasten) en ze zijn peter zichtbaar. /aar moet u in het veld op letten? ifcoofvogelvervolging vindt vaak plaats in moei lijk toegankelijke gebieden en op tijdstippen v aarop er in het veld weinig tot geen andere menselijke activiteiten zijn. Dit maakt het op sporen ervan erg moeilijk. Een aantal zaken unnen echter duiden op vervolging. Klimspo- en op bomen kunnen duiden op vernietiging Lan nesten, eieren en/of jongen. Opzettelijk vergiftigd aas is vaak deels geplukt pn opengesneden en wordt neergelegd in of langs bossen, rietkragen en andere plaatsen L/aar roofvogels zich vaak ophouden. Wees lalert op vreemde voorwerpen op (raster) paaltjes, dit kunnen klemmen zijn. Een roofvo gel als de buizerd wordt regelmatig in kooien gevangen. Het is echter vaak de bedoeling om met kooien legaal kraaien en eksters te vangen. Gevangen roofvogels moeten direct weer wor den vrijgelaten. Hoe te handelen Als u in het veld een bovenstaande situatie te genkomt, in combinatie met één of meerdere dode, zieke of verzwakte roofvogels, dan is er vrijwel altijd sprake van opzettelijke roofvogel- vervolging. ndien u alleen een dode, zieke of verzwakte oofvogel aantreft, kan dit ook andere oorzaken nebben, zoals het verkeer of ruiten. In geval van mogelijke roofvogelvervolging, is het verzame len van bewijsmateriaal erg belangrijk. Dit dient echter bij voorkeur te gebeuren door iemand die hiervoor de benodigde kennis heeft. U wordt daarom vriendelijk doch dringend verzocht om niet zelf ter plekke allerlei mogelijk bewijsmate riaal te verzamelen, maar zo snel mogelijk con tact op te nemen met in één van de in dit artikel vermelde contactpersonen. Als u niet in staat bent om snel uw waarnemingen te melden, of wanneer u denkt dat het bewijsmateriaal weg zal zijn in de tussengelegen tijd, dan kunt u zelf materiaal verzamelen. Het maken van foto's van de situatie kan erg belangrijk zijn. Daar naast kunt u gevonden roofvogels en eventueel gevonden aas meenemen. U moet daarna wel zo snel mogelijk contact opnemen met de con tactpersonen (zie verder op). De meeste roofvogels die door vervolging dood gaan, zijn vergiftigd. Een vergiftigde roofvogel heeft vaak verkrampte poten, een gevulde krop en een besmeurde anus, vaak is het gewicht van de vogels normaal en zitten ze goed in de veren. Geschoten roofvogels zijn vaak te herkennen aan kleinen ronde gaatjes in het verenkleed. Dit is het beste waar te nemen door de vleugels uit te spreiden en tegen het licht te houden. Vogels die zijn gevangen met klemmen hebben vaak gebroken poten. Contactpersonen Als u meer over dit onderwerp wilt weten, of wanneer u een roofvogel heeft gevonden en denkt aan vervolging, dan kunt u contact opne men met de volgende personen: R. Joosse, regioconsulent Delta West Brabant van Vogelbescherming Nederland, tel. 0113-230075 R.J. Remmerts, Regiopolitie Zeeland, tel. 0115-694151 W.G. van Leening, controleur van de Alge mene Inspectie Dienst, tel. (via de meldka mer) 040-2562562 F. Schenk, controleur Flora Fauna AID en jachtopzichter St. Het Zeeuwse Land schap, tel. privé 0117-382957, werk 0117- 440410 J.W. van Hage of J.P. van der Weele, Staatsbosbeheer, tel. 0117-306068

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 1999 | | pagina 23