A
Inventariseren met de Plantenwerkgroep
EBescherming van natuur begint vaak met het
everzameien van gegevens. Pas als je weet wat
er is of wat er was en beter nog, als je weet hoe
de ontwikkelingen in aantallen zijn, dan pas kun
je! iets zeggen over zeldzaamheid of hoe be
langrijk het is dat dit of dat gebied behouden
blijft. Vogels kun je tellen, vleermuizen kun je
opsporen met bat-detector, muizen kun je van
een met life-trap of je kunt braakballen uitplui
zen van een uil. Met planten gaat het wezenlijk
anders. Die kun je strepen. Op een lijst. Een
streeplijst dus. Het jagersinstinct dat bij het vo
gels tellen bijvoorbeeld zo van pas komt, mag
je in dit geval thuislaten. Planten staan zoals ze
staan, bewegen doen ze hooguit door de wind.
Daarmee is echter niet gezegd dat planten in
ventariseren makkelijk is. Het aantal soorten
zoogdier dat bij ons voorkomt is op enkele han
den te tellen en op een doorsnee vergadering
van de vogelwerkgroep heb je al meer vingers
bij elkaar dan dat er soorten vogels rondvliegen.
Dat moet dus niet al te moeilijk zijn om die te
kunnen herkennen. Maar wilde planten, dat is
andere koek. Dat gaat om honderden verschil
lende soorten, in heel Nederland wel een paar
duizend. Van geen wonder dat die flora's zo in
gewikkeld zijn. Allerlei determinatietabellen
waarin onderscheid gemaakt wordt tussen een
klein onderstandig vruchtbeginseltje zus of een
minuscuul rood aangelopen kelkkafje zo. Een
flora, loupe, pincet en voor de onverbeterlijken
onder ons tevens een klein schopje om ook de
ondergrondse delen te kunnen aanschouwen.
En natuurlijk een streeplijst heb je nodig zodat
al je waarnemingen duidelijk en overzichtelijk
worden genoteerd.FLORON probeert al jaren
van ieder plekje in Nederland te weten te komen
wat er aan wilde planten groeit. FLORON doet
het in vierkante kilometers. Per blok willen ze
graag alle voorkomende planten genoteerd
zien. En, het moet gezegd, in de loop der jaren
is er al heel wat verzameld. Door de moderne
techniek netjes geregistreerd en met een druk
op de knop zien we wat we wel en wat we niet
weten. Tot onze schrik en verbazing, maar ook
tot ons genoegen, blijken er nog kompleet witte
gebieden te bestaan. Waar de afgelopen 20
jaar (bijna) niemand geweest is die de moeite
heeft genomen om wat te noteren.
De Plantenwerkgroep van de Steltkluut wilt
daarom dit jaar aandacht besteden aan deze
stiefmoederlijk behandelde kilometerhokken. Nu
eens niet excursies naar het orchideeëngeweld
aan de Vlaamse kreek, of de Ruige-anjer-
terreur aan de Fortdijk. Wel enkele excursies
naar de meest gewone gebieden. Een slootje,
stuk wegberm, een akker. Misschien een heel
klein plukje riet erbij of een stuk heg. Meedoen
betekent dat u de meest gewone soorten, maar
ook alle verrassingen leert kennen. Inventarise
ren op de vierkante meter. De uitdaging om
werkelijk aan ieder sprietje een naam te geven
en aan het eind van de tocht het totaal aantal
soorten optellen. Iedere keer weer meer dan je
op het eerste gezicht dacht. Meedoen kan ieder
een!
Ook hebben we twee theorie-avonden ingelast.
Wat we tegengekomen zijn op de voorgaande
excursie kan dan nog eens rustig bekeken wor
den aan de hand van herbarium materiaal of
dia's. Ook kunt u zelf verzamelde planten mee
nemen om ze op naam te laten brengen. Kort
om: gezellig en leerzaam.
Programma Plantenwerkgroep
Aanvang
Km-hok
Verzamelen
27 mei
9.30 uur
54-374
Eind Kam perse weg bij Kampersche hoek
30 mei
19.30 uur
baandag 12 juni
10.00 uur
53-362
St. Jacobstraat Nieuwe Molen, Koewacht
Dinsdag 20 juni
19.30 uur
laterdag 8 juli
9.30 uur
37-370
Arenbergstraat Koninginnestraat Emmahaven
3 augustus
19.00 uur
49-371
Molenweg Drieweg Zaamslag
21