4
Gedeputeerde Staten van Provincie Zeeland
hebben het ontwerp waterhuishoudingplan
2001-2006: Samen slim met water op 30 mei
2000 vastgesteld, (internet: www.zeeland.nl/
paaina/beleid/whp/index.htmO
Als je wilt bereiken, dat er gezonde watersyste
men ontstaan en als je bij het gebruik van water
voor de vele verschillende doeleinden meer re
kening wilt houden met de natuurlijke eisen van
die watersystemen, is het belangrijk dat de ei
genschappen van de verschillende watersyste
men bekend zijn. Daarvoor heeft de provincie
het grondgebied ingedeeld in vier typen: het
grote zoete watersysteem, het dunne zoete wa
tersysteem, het zout-brakke watersysteem en
watersystemen in diepe zandlagen.
De volgende watersysteemtypen worden on
derscheiden:
1. Grote zoete watersysteemtypenwaar in
principe grondwateronttrekking mogelijk is
afhankelijk van de functietoekenning van
de gebieden;
2. Dun zoet watersysteemtype waar een
dunne zoete bel aanwezig is in percelen of
in grotere eenheden, die echter niet kunnen
worden gewonnen in verband met verzil-
tingsgevaar en waar het oppervlaktewater
brak tot zout is;
3. Zout-brakke watersysteemtype met brak
tot zout grondwater vlak onder of zelfs mo
gelijk tot in het maaiveld en brak tot zout
oppervlaktewater.
Deze drie watersysteemtypen zijn weergegeven
op kaart.
Naast bovengenoemde drie oppervlakkige wa
tersysteemtypen bestaat een vierde categorie
namelijk de bijna afgesloten watersystemen in
diep gelegen zandige pakketten.
4. Watersystemen in diepe zandlagen.
In geheel Zeeland bevinden zich op grote diepte
(vrijwel overal dieper dan 100 meter) zandige
lagen met zoet tot brak grondwater.
Het waterbeleid en waterbeheer moeten aan
sluiten op de eigenheid van de watersysteemty
pen. Maar tegelijkertijd kunnen ook de mogelijk
heden van elk watersysteem vergroot worden
en daardoor meer nut afwerpen voor de ver
schillende gebruikers.
N.b.Bij infiltratie van water bolt onder invloed
van zoetwaterdruk de grondwaterspiegel mei
Ah op. De zoet/zout grens (Y) 40 x Ah. Wan
neer het waterpeil verlaagd wordt, zal de dikt
van het zoet water met een factor 40 verminde
ren. De kans bestaat dan dat er zoutwater in de
sloten gaat staan.
Net als in het nationale advies besteed het pro
vinciale plan als eerste ruimte voor water en
het vergroten van de veerkracht. Dat is nodig
voor het opvangen van water in extreme weers
situaties, voor het vergroten van de zoetwater
hoeveelheden in Zeeland, voor het verwezenlij
ken van natuurlijker wateren die een groter zelf
reinigend vermogen hebben, voor versterkinc
van water als onderdeel van de ecologie var
een gebied enzovoort. Het heeft nogal wat ge
volgen. Er moet grond worden aangekocht orr
het water de ruimte te kunnen geven. Er moe
ten overloopgebieden komen voor de opvanc
van water bij hevige regens, inclusief een rege
ling voor de schade die in de overlooppolders
wordt geleden. Natuur én landbouw zullen er
van profiteren. De komende periode wordt uit
gezocht, welke gebieden geschikt zijn als over-
loopgebied.
In het waterhuishoudingsplan zijn drie water-
kansenkaarten opgenomen. Deze geven in
zicht in de mogelijkheden en onmogelijkheden
van het gebruik van de verschillende gebieden.
Met een oogopslag wordt duidelijk, waar de om
standigheden het beste zijn of te maken zijn
voor natuur, veeteelt, akkerbouw of bebouwing.
Het uiteindelijke doel is te bereiken, dat de
grond ook echt wordt gebruikt op de manier,
zoals op de kaart is aangegeven.
Tegelijkertijd kunnen aan de hand van de kaart
ongewenste ontwikkelingen in de ruimtelijke or
dening worden voorkomen, zoals bouwen op
lage gronden of natuurontwikkeling op hoge
gronden.
De provincie zal waterschappen en gemeenten
stimuleren de waterkansenkaart te 'volgen'. De
provincie gaat zich bovendien inzetten om na
tuurbeheerders te stimuleren relatief goede
landbouwgronden die nu als natuurontwikke
lingsgebied of reservaatsgebied zijn aange
merkt, uit te ruilen voor gronden die minder mo
gelijkheden hebben voor de landbouw.