TWEE VLIEGEN IN EEN KLAP SLAAN Door: Leen de Jong a Het grootste gedeelte van De Steltkluut lees ik meestal de dag van ontvangst. Zeker zaken over zoogdieren en vogels komen dan aan de beurt. Artikels over insecten blijven vaak een paar dagen ongelezen liggen. Ik moet eerlijk toegeven dat mijn praktische belangstelling voor dat gedierte voornamelijk beperkt blijft tot de mug die 's avonds rond mijn hoofd zoemt en de teek die mijn hond als gastheer gebruikt. Toch dacht ik bij het lezen van het artikel "Even bijbomen direct aan het gezegde "twee vlie gen in één klap slaan". Met veel belangstelling lees ik altijd weer de pennenvruchten van Hans van Hage. Vaak zegt hij dingen die anderen alleen maar durven den ken. Schopt tegen heilige huisjes waar anderen met een boog omheen lopen. En toch ziet hij kans om niet negatief te worden. Blijkt hij kri tisch omdat hij echt met de natuur begaan is. Dat hij dan wel eens doordraaft, neem ik er graag bij. Als ik dan ook reageer op zijn artikel in de vorige Steltkluut is dat zeker niet de reden. Dat ik het inhoudelijk niet helemaal met hem eens ben, is zelfs niet de eerste reden. Ik vind in de eerste plaats dat hij gewoon een reactie ver dient. Ik mag er niet aan denken, dat hij eerst daags zegt: "Er komt nooit respons, dus zal niemand het de moeite vinden, dus ik stop er maar mee." N.a.v. het beheer van akkerranden in Zeeland denkt Hans het ei van Columbus gevonden te hebben. Combineer in dat project de belangen van flora en fauna en je slaat twee vliegen in één klap. Wie wel eens geprobeerd heeft om met de hand één vlieg in één klap te slaan weet hoe moeilijk dat is. Het vraagt bijna een studie van de meest waarschijnlijke vliegrichting om enige kans op succes te hebben. Twee vliegen in één klap slaan is dan ook een bijna onmoge lijke opgave. Het heeft bovendien iets van "de kool en de geit sparen". Doorgaans worden bij fat laatste beiden er niet beter van. In de doelstelling van het project akkerranden beheer lees ik "Randen beheer is erop gericht de stand van de akkerfauna te verbeteren. Het accent ligt daarbij op akkervogels". Verderop lees ik welke vogels daarmee bedoeld worden. Het gaat om Patrijs, Gele kwikstaart, Veldleeu werik, Kwartel en Grauwe gors. Dan volgt no i een opsomming van vogels en zoogdieren di er ook van kunnen profiteren. De zaadmengsels voor de akkerranden zijn zorgvuldig geselecteerd en in de praktijk uitge probeerd. Als Hans stelt dat bij één jaarlijkse bewerking de onkruiden spontaan zullen gaar groeien, heeft hij gelijk. Alleen zal elke boer die wel eens een stukje land braak heeft laten lig gen vrij nauwkeurig kunnen vertellen welke on kruiden dat zullen zijn. Spijtig Hans, maar Klap roos en nog minder Korenbloem zullen daar vrijwel zeker niet bij zijn. Het veld zal enkele we ken wit en geel kleuren van der Kamille. Daar naast zullen er nog enkele éénjarige planten als Zwarte nachtschade, Vogelmuur en Melde te zien zijn. Ook enkele meerjarige planten als Distel, Paardenstaart en Kweekgras zullen niet ontbreken. Voor de liefhebber van dit veldboeket kan het best aardig zijn. Maar of insecten, vlinders en vooral de boven vermelde akkerfauna er veel aan zouden hebben is wel de vraag. Misschien is het toch beter om de subsidies voor de akker randen maar niet te halveren en te proberen één vlieg in één klap goed te slaan. Bewonderend en ook met enige afgunst kijk ik in andere delen van Nederland naar de keurig onderhouden boerderijen. In ons mooie Zeeuws Vlaamse land maak ik soms een omweg om even een blik te kunnen werpen op een goed onderhouden boerderij die daar staat te pron ken en te verwijzen naar lang vervlogen tijden. Tijden van hard werken en schrijnende armoe. Tijden dat veel mensenhanden en letterlijke paardenkrachten waardoor de schuren volde den aan het doel waarvoor zij gebouwd waren. Inmiddels zijn de vele mensenhanden verdwe nen en de paardenkrachten p.k.'s geworden. De schuur dient nog als symbool van hoe het ooit was. Kan niet veel anders meer doen dan rustig staan wachten op Monumentenzorg. Hopelijk zal dat niet te lang meer duren. Zal hij niet ver worden tot een half ineen gewaaid bouwval zo als er zoveel te zien zijn in de streek? Dan toch maar liever een modern en functio- 16

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2000 | | pagina 18