4 De veenmol (Gryllotalpa gryllotalpa) Blauwe lucht, het zonnetje schijnt. Heerlijk! En dat eind september. De akkers worden weer kaal. De aardappels zijn gerooid. Er staan nog prei en kolen. Nou ja. staan... Sommigen zijn omgevallen. Niet van de vele regen; veenmollen zijn de daders. Je ziet ze maar zelden. Alleen in het voorjaar maak je daar kans op. Dan wil er wel eens een het tegelpad of het terras overste ken of rennen ze plotseling weg van onder de planten tijdens het wieden. In april als de akker nog kaal is maar losgemaakt en vrij van onkruid, kun je de gangetjes van de veenmol zien. Ze zijn nog beter te zien als de grond door regen is dichtgelagen en het bovenste laagje weer ge droogd en hard geworden is. Vlak onder het op pervlak graaft de veenmol dan zijn vingerdikke gangen en veroorzaakt zo een duidelijk zicht baar en kris kras door elkaar lopend patroon van strepen losse grond. "Als je zo'n veenmol wilt vangen, moet je een pot ingraven aan eind van zo'n gang", is het ad vies van een buurman. Aan het eind en halver wege de gangen werden potten ingegraven met de rand ongeveer gelijk aan de onderkant van de gangen. De potten aan de uiteinden van de gangen leverden telkens niets op. Met de potten halverwege de gangen heb ik meerdere keren een veenmol gevangen. Je zou je kunnen afvra gen hoe dat komt. Het lijkt erop dat een veen mol zijn gangen vaker gebruikt en maar af en toe uitbreidt. De gangetjes lopen niet allemaal vlak onder het oppervlak. Enkele gangen heb ik uitgegraven. Sommige gangen die oppervlakkig begonnen gingen een heel eind de diepte in, soms zelfs recht naar beneden. Veenmollen worden als schadelijke insecten be schreven in de boeken. Ze komen met name in cultuurgebieden voor. Ze eten plantenwortels en humus. Het schadelijke zit dan in het feit dat planten verdrogen of omvallen, omdat hun wor tels zijn aangetast en dat kleine plantjes worden omgewoeld. In de buurt van het nest wordt de bodem vrijgehouden van vegetatie, zodat alle warmte de grond kan indringen voor de eieren Door: Sandra Dobbelaai en larven. Naast plantaardig voedsel eet de veenmol ook dierlijk materiaal, zoals insecten- larven en regenwormen. In de buurt waar ik woon wordt altijd gewaa - schuwd voor de veenmol. Je zou zo'n beest niet vast kunnen pakken, want dan kan hij venijnig steken. In de boeken is daar niets over terug t3 vinden. Het dier heeft trouwens niets om mee te steken. Wel zou het een bruine vloeistof uit kur - nen scheiden als afweer. Stevige kaken hee t de veenmol wel. dus zou je eerder op moetei passen voor een beet. Als je er dan een in de hand hebt dan kun je pas eens goed zien hoe mooi zo'n dier is Roodbruin van kleur met een heel korte beha ring, als fluweel zo zacht. De veenmol word' ook wel een 'grote krekel met graafpoten' ge noemd. De graafpoten vallen dan ook meteer op. Het zijn net brede schopjes met punten er aan, die overigens ook als roeispanen gebruik) kunnen worden, want de veenmol kan ook zwemmen. Verder lijkt hij op een krekel, maai in tegenstelling tot andere krekels, leeft de veenmol grotendeels ondergronds. De veenmol is afgeplat gebouwd. De voor- en achterkant van het dier vertonen overeenkom sten. Allebei hebben ze een paar uitsteeksels of voelsprieten. Deze gelijkenis van voor- en ach terzijde zie je bij bodemdieren wel vaker. Zo kunnen ze aan beide zijden hun omgeving waarnemen zonder zich om te hoeven draaien. Veenmollen kunnen vliegen. Al zou je dat niet

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2000 | | pagina 10