Even bijbomen.... Elk jaar gaan we. net als vrijwel elke Nederlan der op vakantie. Nee, liefst niet met het vlieg tuig, maar met ander openbaar vervoer. Niet naar Luxemburg, Duitsland of België. België is te corrupt, Duitsland is te rechts en heeft altijd een grote mond. Frankrijk? Dat land zouden we toch boycotten? Nee. We zijn naar Litouwen geweest. Een van de vogelaars van de Stelt- kluut hemelde de Baltische staten Estland. Let land en Litouwen nogal op. Zogezegd met het openbaar vervoer ernaar toe, dan de kano in elkaar zetten en de rivier het werk laten doen. Aangevuld met wat peddelslagen kom je in een paar weken een heel eind. "Je komt weer hele maal tot rust", zoals een bevriend kanovaarder altijd zei. We zorgen voor genoeg brandstof en voedsel, een waterfilter en een paar kaarten. Campings? Kom nou. Een beetje natuurliefheb ber gaat midden tussen de orchideeën staan. De ultieme kik, toch? Een visa en toestemming om te kanoën in Wit- Rusland, kregen we niet. Dus onze tocht begon niet zoals anders bij de bron, maar bij de lands grens van het land wat wél toestemming gaf en waar géén visum nodig was. Al met al zou het een flinke tocht worden van bijna 500 kilometer. Op verschillende manieren had ik verschillende feiten over de rivier proberen te achterhalen. Wat is de waterkwaliteit? Hoe bevaarbaar is de rivier? Waar mag ik kamperen? Heb ik een vis vergunning nodig? Zoals in alle landen die zich net onder een dic tatuur hebben uitgeworsteld hadden ze ook in Litouwen wel wat beters te doen en bijna ner gens antwoorden op. De waterkwaliteit? "Van mij heeft u deze informatie niet, maar ik zou mijn teen er niet in steken", was het antwoord van een ambassade-medewerker.... Na een treinreis, een boottocht en twee angst aanjagende "taxi"-ritten waren we op de plaats aangekomen waar de rivier de Nemunas vanuit Wit-Rusland Litouwen binnenstroomt. Het begin van de rivier op Litouws grondgebied ligt in een nationaal park. Prachtige gemengde bossen op de oevers. Het water was ronduit smerig. Biolo- Door: Hans van Hage, Kritisch natuurliefhebber gisch vervuiling, volgens mij. Een overmaat aan meststoffen, het water was behoorlijk alg-rijk. Stak je er een witte teen in, kwam hij er bruin uit. Wassen was de eerste paar dagen een pro bleem dus. Toen we elkaar na vier dagen begonnen te rui ken hebben we maar eens een zijriviertje opge zocht met ijskoud, kraakhelder, ogenschijnlijk schoon water. Wat enorm meeviel was de rivier als ecosysteem op zich. De oevers waren zo natuurlijk als je maar kan wensen. Hele stukken bos verdwenen in de rivier en op andere plaat- sen ontwikkelden zich prachtige stuifduinen. Al wat we in Nederland met heel veel geld weer willen proberen aan te leggen is daar nog ge woon aanwezig. Het hele scala aan zoogdieren, i reptielen, amfibieën, vogels, en insecten vloog dwarrelde, kroop, sprong of sloop dagelijks aan ons voorbij. Om over de flora maar niet te spre- ken. Ik had het gevoel dat ik telkens weer wat nieuws ontdekte. Behalve de echte vogelgebie- den was Litouwen nog niet ingevuld op de Euro pese kaart met "leuke" soorten. Keer op keer was het weer raak. Kleine en grote vuurvlinder, edelherten, wolven, (veel) bevers, boommarter, wasbeerhond, grote zilverreiger, middelste zaagbek, zwarte specht, en verschillende soor ten amfibieën en reptielen. Daarbij kwamen de planten die de rivier leken te begeleiden, met op de hellingen de verschillende gradiënten van kalrijkheid, onder aan de hellingen bronmilieu's, ga zo maar door. De manier waarop bevers vrij wel per ongeluk het begin maken voor een stuif- duin, wat binnen een paar jaar tijd tot volle ont wikkeling komt. Op die stuifduinen zie je dan weer spinnen lopen die alleen aan dat milieu gekoppeld zijn. Alles was een waar feest van ontdekking. Alle puzzelstukjes die je in de ver schillende ecologisch versnipperde gebiedjes in Nederland her en der nog had liggen vielen in elkaar. De eerste weken waanden we ons in een ecologisch paradijs. Zo een plek waar je je eigen aanwezigheid afkeurt omdat je voelt dat elke stap die je zet en elke handeling die je ver richt er één te veel is. Voor diegene onder u die dat gevoel niet kennen: veel natuurliefhebbers 18

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2000 | | pagina 20