A
Figuur 1:
Maximum van het in de win
termaanden (december en
januari) op de slaapplaats
Eiland Braakmankreek
waargenomen Aalschover
Phalacrocorax carbo
1984/851986/871988/89 1990/91 1992/93 1994/95 1996/971998/99 2000/01
water. De meeste kiezen er dan alsnog voor om
naar het zuiden te vliegen, maar uitwijken naar
de zoute Westerschelde kan natuurlijk ook.
Daarom nam in de koude maanden januari
1984, februari 1986, januari 1987 en december
1996 het aantal Aalscholvers op de slaapplaats
in de Braakman toe (tabel 1). Onder normale
omstandigheden trekken Aalscholvers vanaf
februari naar de broedgebieden. Als het in die
periode nog koud is, wordt de trek uitgesteld, dat
was bijvoorbeeld het geval na de koude winter
van 1995/96 (tabel 1). Tijdens de voorjaarstrek
zijn de aantallen op de slaapplaats meestal het
hoogst. Vogels die zuidelijker hebben overwin
terd, doen Zeeuws-Vlaanderen dan nog even
aan. Eind maart zijn de meeste Aalscholvers
naar de broedplaatsen vertrokken. De vogels die
daarna nog worden waargenomen, zijn voor het
merendeel onvolwassen. Van de 342 ex. die in
de maanden april tot en met juli werden waarge
nomen en waarvan de leeftijd werd bepaald,
was 87 onvolwassen.
Een aantal keren hebben we genoteerd vanuit
welke richting de Aalscholvers op de slaapplaats
aankwamen of er van vertrokken. Tijdens een
avondtelling op 1 oktober 1995 arriveerden 172
ex. vanaf binnendijks en 14 ex. vanaf buiten
dijks. Bij één november en vier februaritellingen,
allen bij afwezigheid van vorst vloog 's mor
gens 95% (n=1250) van de Aalscholvers naar
de Westerschelde. Als we er van uitgaan dat de
vliegrichting te maken heeft met de ligging van
foerageerplaatsen, zoeken Aalscholvers in het
begin van het seizoen vooral binnendijks naar
voedsel en later buitendijks. Kennelijk is er later
in het seizoen binnendijks onvoldoende vis te
bemachtigen. Dat is bij vorst zeker het geval.
Dan vliegen alle Aalscholvers naar de Wester
schelde, bijvoorbeeld 365 ex. op 26 december
1996. Hoever de Aalscholvers vanaf de Braak
man vliegen om naar voedsel te zoeken, is nooit
goed onderzocht. Van vogelaars uit Oost-
Vlaanderen en uit hun jaarboeken weten we dat
de vogels die in de vijvers bij Wachtebeke (20
km van de slaapplaats) en de spaarbekkens van
Kluizen (19 km van de slaapplaats) naar voedsel
zoeken, 's avonds vliegend richting de Braak
man zijn waargenomen. Uit eigen waarnemin
gen weten we dat in ieder geval Aalscholvers
vanaf de Hooge Springer in de Westerschelde
(9 km van de slaapplaats) naar de Braakman
vliegen om er de nacht door te brengen. Maar er
is ook nog een slaapplaats op de Hooge Platen.
Hoe zit het daar dan?
Geraadpleegde literatuur: Ardea 83 (1), 1995.
Themanummer over de Aalscholver.
15