4 Pijlstaart 950 op 18-2-2001; 1300 op 27-3- 2001 Uitzonderlijk hoge aantallen dit jaar, met een forse toename vanaf begin januari tot ca. 900 ex. aan het eind van die maand. De 1%-nor (als 1% of meer van de totale West-Europese populatie in het gebied voorkomt, dan is dat gebied van internationale betekenis voor die soort) voor deze soort ligt op 600 ex, wat dus betekent, dat in het Hellegatgebied dit jaar tot meer dan 2% van de West-Europese populatie aanwezig was en dus van Internationale betekenis is voor de Pijlstaart. Bergeend 260 adult 70 juv.. op 17-7-2000, 430 op 12-10-2000 Vrij normale aantallen Slechtvalk 1 op 20-2-2000; 1 adult op 27-3- 2001 Ook het aantal waarnemingen van de Slechtvalk neemt wat toe. Wulp 305 op 14-2-1999 Maximaal kunnen er tot 750 ex aanwezig zijn Scholekster 1250 op 14-2-1999 Neemt de laatste jaren wat af, misschien ten gunste van andere gebieden; maxima rond de rond de 2500 ex. Kluut 140 op 27-3-2001 Slechts weinig gebieden in de regio herbergen meer dan 100 kluten! Rosse grutto 1400 op 8-5-2001 Kanoetstrandloper 450 op 21-12-98 Drieteenstrandloper 400 op 15-5-99 Krombekstrandloper 200 op 12-8-99 Uitzonderlijk aantallen voor deze soorten in de regio! Kleine strandloper: maximaal 200 ex najaar Bonte strandloper 1500 op 21-11-99; 2500 op 26-12-2000 Maxima tot 5000 ex! Zilverplevier 225 op 15-5-99 Bontbekplevier 600 op 23-8-98 Kievit 1250 op 10-9-2000 Met name tijdens vorstinval in het noorden van Nederland kunnen grote troepen Kieviten. Rustend op de slikken gevonden worden, vaak samen met Goudplevier. De aantallen kunnen dan flink oplopen tot 5000 ex of meer. Goudplevier 900 op 10-9-2000 Maxima kunnen tijdens doortrek oplopen tot 5000 ex of meer, zie Kievit Groenpootruiter 110 op 12-8-2000 Het Hellegat is een van de betere gebieden in de regio voor deze soort. Zelfs op provinciaal zijn er weinig of geen gebieden te vinden was op zo'n klein oppervlak dergelijke aantaile voorkomen.. Tureluur 850 op 17-7-2000; voorjaar tot maxima rond de 450 ex. Ook weer uitzonderlijk om dergelijke aantaile; opeengepakt te zien op een zeer gerin; oppervlak Zwarte ruiter 35 op 17-10-2000 Sneeuwgors 45 op 25-12-99 Grauwe gors geregeld tot 15 e) overwinterend op de schorren e dijktalud. De laatste jaren is de soort flink in aarts achteruitgegaan, wat ook geldt voor de Frater Als broedvogels kunnen worden genoemd Blauwborst 2-4 paar, Tureluur 10-20 paar, Strandplevier 0-5 pr. Uit bovengenoemde gegevens blijk overduidelijk het grote belang van hel Hellegatschor en -slik voor foeragerende er rustende vogels. Veel soorten komen vrijwel nergens in dergeli ks aantallen voor als juist aan het Hellegatschor. Het wekt dan ook veel bevreemding, dat we hel gebied steeds verder zien achteruit gaan doe het steeds maar weer uitblijven van de nodigs beschermende maatregelen. BEDREIGINGEN 1. Recreatie. Steeds vaker worden we geconfronteerd mej mensen die door het schor lopen, langs de dij! recreëren op plaatsen waar dat niet is toegestaan, honden uitlaten op de slikken, me; paard op de slikken lopen, enzovoort. Met name de betreding van het gebied zorgt voor veel overlast, alsmede het gebruik van de als fietspad gebruikte werkweg die loopt varia' het Gemaal van Kampen naar het noordoostenI richting Zeedorp. De Hoogwatervluchtplaats rustplaats vcc vogels tijdens hoog water), die hier sinds mensenheugenis aanwezig is, is dooi veelvuldige verstoring door fietsers, wandelaars en dergelijke, nu grotendeels verdwenen! Ook broedende vogels, nota bene rode-liisl; soorten als Strandplevier, Kluut er Bontbekplevier, die hier met jongen komsr foerageren of hier broeden, worden voortdurenc lastig gevallen door dagjesmensen; overige is vaak onbedoeld. Deze verstoring treedt op.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2001 | | pagina 10