A
op een terrasje. Doen we altijd, maken een
planning waar we eerst naar toe gaan, wat we
eerst willen scoren, ga zo maar door. Het dorpje
waar we zaten was een Ooievaarsdorpje.
Jawel, zoals je hier in april af en toe moet
uitwijken voor een koppel eenden waarbij de
hormonen op dat moment door het lijf gieren,
moet je daar op de rem voor een paar suffe
ooievaars. Midden op straat, langs de kant van
de weg, ze schijten als je niet uitkijkt nog in je
glas bier.
Natuurlijk ga je met zo een stel natuurfreaks
gelijk in discussie waarom het in Nederland zo
slecht gaat met die ooievaar. Vervuiling, werd er
al snel geroepen. Ho, de Elbe is niet zo zout als
de Schelde, maar minstens net zo vuil. Nee
vervuiling was het niet. Voedsel. Hoofdvoedsel
van Ooievaars is toch wel kikkers. Hele hopen
met kikkers. Natuurlijk ook nog veel insecten,
wormen, muizen, maar vooral kikkers. Het gaat
in Nederland toch ook wel goed met de kikkers?
We kwamen er niet uit. We reden nog wat door
die leuke dorpjes waar ze leven van de
toeristen, maar die toch een stuk leuker zijn dan
Sluis en Hulst. Je voelt je er bijna echt welkom.
Die avond was het zover. Gewapend met
zaklampen en fototoestellen begaven we ons
naar de poeltjes en putten die ons overdag
geschikt leken om Roodbuikpadden Rug-
streeppadden, Boomkikkers, Heikikkers,
Knoflookpadden en Kamsalamanders te kunnen
"scoren". Vaak waren dat oude meanders,
warmen van de rivier de Elbe die midden in
uitgestrekte graslanden lagen die beboerd
werden door boeren met hart voor de natuur, of
liever de toerist. Nadat we een beetje akelig
werden van de aantallen knoflookpadden
trokken we verder richting de rivier. In de verte
stond een pomp te draaien.
"Vervelend, zo horen we niets roepen", zei een
van de met minder kennis van amfibie
engeluiden bedeelde leden van ons
genootschap. Twee anderen spitsten echter de
oren. Dit leek wel... "Zo hard, dat kan niet"
Jawel. Een immens koor van Rugstreeppadden,
Boomkikkers en Groene Kikkers klonk in de
verte. Toen viel alles op zijn plaats. Die
Ooievaars vreten zich hier vol aan alles wat bij
ons zeldzaam is! Alles wat wij proberen te
Beschermen en in gesubsidieerde poelen onder
te brengen kruipt en sluipt daar tussen de
koeien door. Vraagstuk opgelost. Kikkers
gehoord. Padden gezien, we kunnen naar huis.
Terug in Zeeuws-Vlaanderen bekruipt me dan
een gevoel van ecologische armoede. Ik ben
van de week weer even wezen luisteren naar
de Boomkikkers in het westen. Op de meeste
plaatsen was het stil. Bij Othene zitten weer
rugstreeppadden, maar hoe lang nog? We zijn
arm.
Er is een kans voor Zeeuws Vlaanderen: de
Ooievaar. Geen Sluis aan Zee, maar
Ooievaarsdorp Sluis. Zie het voor je: je zit op de
markt in Hulst achter een trappist schijt er een
ooievaar in je glas. Dat is pas goed voor de
economie. Moeten we wel eerst kikkers hebben.
Een van de West Zeeuws -Vlaamse
natuurbeschermers opperde het idiote idee dat
boeren maar bunzingen moesten gaan fokken.
Tegen de bisamratten. Tenminste, zo werd het
vertaald door onze pers. Onzin. De boeren
moeten kikkers fokken! Massa's kikkers.
Groene, Bruine en Boom. Dan van die masten in
de weilanden. Karrenwielen op schoorstenen.
De toeristen zullen komen. De economie zal
stabiel worden. Zeeuws Vlaanderen is the place
to be. De ooievaar in het wapen van de
Gemeente Zeeuws -Vlaanderen. Universiteiten
zullen zich hier willen vestigen en jonge mensen
halen het niet in hun hoofd om hier weg te
trekken. Wat studeer jij?" "Toeristische
economie en ecologie aan de universiteit van
Terneuzen!" Fabrieken zullen sluiten en
vervallen tot ware rustoorden voor kerkuilen en
muurplanten. Paintballen tussen de krakers van
Dow. Op een gegeven moment zullen we een
wachtlijst moeten maken voor mensen van
buiten Zeeuws Vlaanderen die hier willen komen
wonen. Je mag er alleen nog in als je iets toe
weet te voegen.
En die vergrijzing? Dat loopt wel los met al die
Ooievaars!
23