W- 4 OPROEP WAARNEMINGEN VAN DE 5-STIPPIGE SINT JANSVLINDER In vergelijking met de rest van Nederland komen er in Zeeuws-Vlaanderen weinig vlinders voor die elders in Nederland zeer zeldzaam zijn. Bij ons vliegt echter nog wel de 5-stippige Sint Jansvlinder en deze is in de rest van Nederland zeer zeldzaam. De 5- stippige Sint Jansvlinder behoort tot de dagactieve nachtvlinders en lijkt sterk op de veel algemenere Sint Jansvlinder (die door mij nog niet in Zeeuws-Vlaanderen is waargenomen). Beide soorten zijn zwartblauwemetaal glanzende voorvleugels met resp. 5 of 6 bloedrode stippen en helderrode achtervleugels. De 5-stippige Sint Jansvlinder vliegt van eind mei tot in juli in bloemrijke graslanden. De vlinders zijn niet schuw en zijn vaak zeer goed te observeren. Bekende vliegplaatsen zijn het sluizencomplex in Terneuzen (enige honderden tot duizend), Clingeweg te Hulst (enige tientallen), Axelse vlakte en Smitschorre (enige tientallen), Vlaamse Kreek (enkele), inlaag Hoofdplaat (maximaal 10), veerplein Breskens (enige tientallen), Grote Gat Oostburg (enige tientallen). Zoals uit de bekende waarnemingen blijkt is de soort over geheel Zeeuws-Vlaanderen te verwachten. Biotopen waar de vlinders tot nu toe gezien zijn variëren van bloemrijke dijken, bloemrijke bermen en vochtige bloemrijke hooilanden, kortom biotopen met hoge natuurwaarden. De vlinders vliegen vaak in kleine populaties en hebben maar een beperkt vliegvermogen, daarom zijn ze erg kwetsbaar. Verkeerd beheer, het in één keer maaien van alle vegetatie of een te hoge begrazingsdruk kan een populatie in 1 jaar uitroeien. De vlinders en of rupsen hebben dan niet voldoende voedsel en verhongeren. Voordat de vlinders verpoppen verblijven ze circa 1 week in een cocon die op enkele tientallen centimeters boven de grond in een grasstengel hangt. Het is al diverse keren gebeurd dat juist in die periode de vegetatie werd gemaaid zodat alle cocons verloren gingen. Helaas wordt het merendeel van onze bermen, weilanden en dijken verkeerd beheerd. Een optimaal beheer voor deze vlinders en ook voor zeer veel (meestal zeldzame) andere dieren en planten is gefaseerd maaien en het maaisel afvoeren zodat de vegetatie schraler en soortenrijker wordt. Zo blijft er voor de vlinders en rupsen altijd voldoende voedsel over. De vlinders zijn vaak te vinden op de bloemen van Duifkruid, Knautia, Knoopkruid en Speerdistel. De rupsen leven van Rolklaver en Moerrasrol klaver. Omdat de 5-stippige Sint Jansvlinder zijn grootste verspreiding heeft in Zeeuws- Vlaanderen en hoge eisen stelt aan zijn leefmilieu, willen we graag meer weten over het voorkomen van deze vlinder in onze regio. Met deze gegevens wil Stichting Landschapsbeheer Zeeland een beheersplan maken over hoe bepaalde gebieden het best kunnen worden beheerd zonder dat andere belangen (o.a. vekeersveiligheid) nadelig beïnvloed worden. Daarom wil ik iedereen vragen waarnemingen van deze vlinders (voorzien van aantal, kaartje van de locatie, datum) aan SLZ door te geven, (tel: 0113-230936 vragen naar Alex Wieland) Enkele wegberm- en terreinbeheerders hebben al te kennen gegeven mee te willen werken aan dit project. Hopelijk kunnen we dan ook in de toekomst blijven genieten van deze mooie dagactieve nachtvlinder die symbool staat voor bermen, dijken en hooilanden met een hoge natuurwaarde. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2001 | | pagina 17