r verkrijgen van betrouwbare gegevens omtrent de ontwikkeling van gewassen een juiste beschrijving van de waar te nemen groei-stadia moet worden gegeven. Pas halverwege de 19e eeuw werden in georganiseerd verband de eerste fenologische waarnemingen gedaan. Van 1894 t/m 1968 hebben er in Nederland in afwisselende vormen fenologische waarnemingsnetwerken bestaan. In deze netwerken werd door vrijwilligers naar de fenologie van een aantal wilde planten en bomen en enkele land- en tuinbouwgewassen gekeken. Het KNMI speelde vanaf begin jaren 40 een belangrijke rol bij de coördinatie van het fenologisch netwerk. Naast planten zijn er ook waarnemingen aan vogels en insecten gedaan. De Plantenziektekundige Dienst beheert bijvoorbeeld al sinds halverwege de 20® eeuw een fenologisch netwerk gericht op plagen. Verder wordt er een groot aantal waarnemingen verzamelt waaruit fenologische gegevens te destilleren zijn. Voorbeelden hiervan zijn de vlinder waarnemingen door organisaties als de Vlinder Stichting, Stichting TINEA en de pollen waarnemingen die sinds eind jaren 60 door het Academisch Ziekenhuis te Leiden verzameld worden. Deze historische waarnemingen hebben nu in het licht van klimaatsveranderingen een grote waarde. Op basis van deze gegevens is vast te stellen of er veranderingen in de fenologie opgetreden zijn en of een klimaatsverandering daarvan de oorzaak kan zijn. De Natuurkalender is er op gericht om met behulp van Nederlanders gestructueerde fenologische waarnemingen uit Nederland te verzamelen en te analyseren. We willen met de Natuurkalender ook beter toegang krijgen tot fenologische waarnemingen die door mensen in Nederland in het verleden gemaakt zijn. Veel Nederlanders blijken namelijk al jarenlang uit zichzelf processen als bloei en verschijnen van insecten en vogels bij te houden. Door oude en nieuwe fenologische gegevens bij elkaar te brengen willen we een beter inzicht krijgen in de volgende wetenschappelijke vragen: 1hoe wordt de fenologie in Nederland bepaald door het klimaat 2. hoe is de fenologie als gevolg van de waargenomen veranderingen in temperatuur al veranderd 3. hoe zal de fenologie onder eventuele toekomstige veranderingen in klimaat veranderen en 4. wat voor een gevolgen hebben al deze veranderingen voor de ecologie, de landbouw, de bosbouw en onze gezondheid. Waarnemingen Om de Natuurkalender voor een brede groep mensen toegankelijk te maken, is gekozen voor een beperkt aantal planten, vogels en insecten. Veel van deze soorten zijn eenvoudig te herkennen. Je mag zelf kiezen welke soorten je in de gaten wil houden. Er ishiervoor geen minimum of maximunm aantal. Er zijn echter wel een aantal regels (met name voor planten) waar je je bij het waarnemen aan moet houden. Om de waarnemingen met elkaar te kunnen vergelijken moeten bijvoorbeeld alle deelnemers een zelfde definitie van de verschijnselen in de natuur gebruiken. Het moment van eerste bloei of bladontplooiing kan namelijk door verschillende mensen op een andere manier beoordeeld worden. Dit moet zoveel mogelijk voorkomen worden om de wetenschappelijke analyse van de waarnemingen goed te kunnen uitvoeren. De regels en de definities zijn te vinden in de handleiding: 'De Natuurkalender voor Planten', 'De Natuurkalender voor Vogels'. 'De Natuurkalender voor Vlinders'. Om mee te kunnen doen met je je eerst aanmelden via een briefkaartje aan de coördinator van het project: Arnold van Vliet, Leerstoelgroep Milieusysteemanalyse, Postbus 9101, 6700 HB Wageningen of via de website: www.natuurkalender.nl VARA's Vroege Vogels (elke zondag van 8.05 tot 10.00 uur) zal een jaarlang elke week aandacht besteden aan De Natuurkalender. Op de website zullen wekelijks na de uitzending van Vroege Vogels de resultaten van de Natuurkalender uit de vorige week vermeld worden, zodat je de ontwikkelingen in de natuur in Nederland kunt volgen. Ook kan je met andere waarnemers in discussie gaan en zelfgemaakte foto's toevoegen. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2001 | | pagina 17