4 Waterwingebieden St. Jansteen en Clinge Onlangs werden wij ook door Delta Nutsbedrijven uitgenodigd om ons te informeren over de plannen die zij hebben met de waterwingebieden St. Jansteen en Clinge. In deze uiterste zuidwesthoek van Zeeuws Vlaanderen loopt evenwijdig aan de landgrens met België een dekzandrug. Het vegetatietype van het dekzandgebied wijkt sterk af van het noordelijker gelegen zeekleigebied. Vroeger was dit heide (Heikant) afgewisseld met moerassen en vennen op natte lagere gedeelten. Het in cultuur brengen van de heidevelden en veenwinning door de vorige generaties heeft geleid tot een kleinschalig landschap. Dit bestond uit schrale graslandjes, hakhoutbosjes en singels. Voor de afwatering van de hoger gelegen gronden en ontwatering van overtollige neerslag is in dit gebied een stelsel van greppels, sloten en beken gegraven. Vooral in St. Jansteen is dit kleinschalige landschap nog goed zichtbaar. De lanen bestaan hoofdzakelijk uit eiken, sommige lanen zijn beplant met tamme kastanjes. Vanuit pompstation St. Jansteen is in 1936 gestart met de levering van drinkwater aan heel Zeeuws Vlaanderen. Sedert dien zijn er grote delen bebost. Hiervan is ongeveer 70 naaldhout. Na 1970 is er veel bos ingeplant met fijnspar, vaak gemengd met eiken, waarbij een eikenbos het einddoel is. Door de komst van de industrie bij Terneuzen en toename van de bevolking was de capaciteit van het pompstation te klein geworden. Drink- (uit de Biesbos) en industriewater wordt nu geleverd vanuit het pompstation bij de Braakman. Het gewonnen water uit de waterwingebieden St. Jansteen en Clinge wordt nu hoofdzakelijk als industriewater gebruikt. Het water wordt gewonnen in ondiepe zandlagen van de dekzandrug met bronnen die verspreid liggen over het waterwingebied van Clinge, de Wildelanden en St. Jansteen. Normaliter kan er slechts zoveel worden opgepompt als wat er in de vorm van neerslag aan de bodem wordt toegevoegd. Om toch extra water op te pompen, wordt in de winterperiode afstromend polderwater in de grond gebracht via infiltratiekanalen. Delta wil de infiltratie wateroppervlakte vergroten. Het meer ingenomen'water kan dan worden gebufferd voor zowel waterlevering als verdroging- 1 bestrijding. Naast dit kwalitatieve aspect zal er ook invulling gegeven worden aan het optimaliseren van natuur- en landschaps waarden. De infiltratiekanalen worden gekoppeld aan bestaande watergreppels. Deze greppels zullen als onderdeel van oorspronkelijk historisch landschap opnieuw worden uitgegraven en watervoerend worden gemaakt. Lage terreindelen gelegen aan de kanalen zullen in de winterperiode gedeeltelijk worden vernat. Door het water ruimer binnen het gebied te verspreiden, zal er middels infiltratie meer oppervlaktewater aan het grondwatersysteem worden toegevoegd. In de nieuwe situatie wordt gestreefd de natuurwaarden van het terrein te optimaliseren. Dat geeft extra kans aan watermunt, een oeverkruid dat grote aantrekkingskracht op vlinders uitoefent. Ook vogels als het IJsvogeltje weten de waterwingebieden te vinden. De plas- dras-situatie zal een gunstige invloed hebben op de libellen. Het gebied is ook een rijk paddestoelenbiotoop. Vanwege de grote biologische waarde van deze gebieden zijn de leden van de vlinderwerkgroep vrijwel dagelijks hier aan te treffen, 's zomers voor de vlinders, 's winters voor de paddestoelen. Zo meldde een van hun leden dat de vorige dag een onverlaat slib boven op de enige vindplaats van Korensla in Zeeland gestort had. Dit is inmiddels weer verwijderd. Zo zie je dat ondanks dat terreineigenaren van goede wil zijn, er toch natuuronvriendelijke handelingen op hun terreinen plaats hebben. Aan ons de taak om overtredingen te blijven melden! Westerschelde Dit najaar speelt er veel in en rond het Schelde- estuarium. De Europese Commissie is voornemens Nederland in gebreke te stellen wegens het niet nakomen van de verplichtingen uit de vogel- en habitatrichtlijn bij de uitvoering van het natuurcompensatieprogramma in de Wester schelde. Ook is Nederland door het hof van justitie van de Europese Unie veroordeeld wegens het niet nakomen van de EU Richtlijn 76/464 Gevaarlijke Stoffen in het stroomgebied van de Westerschelde. Nu de Vlaamse regering een standpunt over de Langetermijnvisie Schelde-estuarium heeft 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2001 | | pagina 9