OVER HET KLEIN WATERHOEN EN ANDERE ZAKEN In de oudheid bestond een groot deel van Nederland uit rietmoeras. Dit biotoop is in de loop der jaren in Nederland door allerlei menselijke ingrepen sterk achteruitgegaan en zeldzaam geworden. Grote rietvelden met veel overjarig riet, drassige weilanden met kikkerputten, hoge waterstanden enz. zijn vaak verdwenen Vogels als Porseleinhoen. Purperreiger. Kwak, Woudaap en Roerdomp, Baardman, Grote karekiet, Snor zijn mede daardoor zeer zeldzaam geworden. Veel natuurbeschermers willen hierin terecht verandering brengen. Het kost vaak veel moeite om andere belanghebbenden van het nut hiervan te overtuigen en daarnaast is veel tijd en geld nodig om de in het verleden verwoeste natuur weer in zo goed mogelijke oude staat terug te herstellen. In West en Midden Zeeuws Vlaanderen is hiervoor door diverse natuurbeherende instanties al veel geld uitgetrokken. Het wachten is nu op plannen voor Oost Zeeuws Vlaanderen. Groot Eiland en het Vlaamse krekengebied en de Grote Putting zijn gebieden met een enorm natuurpotentieel. De Vlaamse Kreek is zo'n gebied ,waar volgens mij natuurontwikkeling heel goed tot zijn recht kan komen en het potentieel voor een rietmoeras in zich heeft. De eerste aanwijzingen hiervoor hebben zich al aangediend. In eerdere berichten over de Vlaamse kreek heeft u al kunnen lezen over een paartje purperreigers dat zich hier al bijzonder thuis voelde. Deze keer wil ik melding maken van een andere moerasvogel die ik op een van mijn vogeltochten rond de kreek tegen kwam. Op 20 mei 2000 ga ik vroeg op pad voor een broedvogelinventarisatie bij de Vlaamse kreek. Al wandelend door het achterste weiland met volop bloeiende boterbloemen en paarse klaver zie ik een paartje Kleine plevier baltsen op de baggerputten. Een prachtig gezicht. Bij de kreek aangekomen vliegt een mannetje Zomertaling weg. Een vrouwtje is helaas nergens te bekennen. Baltsende Bruine kiekendieven vliegen hoog boven mij,waarbij een mannetje steeds alarmeert. Een van de vele Door: Huub Bun rietzangers laat al zingend zijn mooie baltsvlucht boven het riet zien, waarbij hij vele andere vogels in de zang nadoet. Zo hoor ik in de zang van deze vogel imitaties van de Gele kwikstaart, Zwarte ruiter, Scholekster en zelfs Bruine kiekendief. Iets verder langs de rietkraag aan de reservaatzijde hoor ik de onmiskenbare slag van een porseleinhoen. En het lijkt alsof de vogel mij volgt of zijn het er nu twee? Dit is voor mij de eerste "waarneming" aan de Vlaamse kreek Een jaar eerder had ik deze vogel 's nachts in het Bargerveen gehoord. Als klapper op de vuurpijl hoor ik iets verder ook nog een geluid uit het riet, dat wel lijkt op een Klein waterhoen. Het beest roept nog twee keer en ik ben er bijna van overtuigd dat het een Klein waterhoen is. Ik ken echter het geluid alleen van een cassettebandje Vol enthousiasme maak ik mijn rondje af. Wat wel bijzonder irritant is, is dat op minder dan 100 meter van het territorium van het Klein waterhoen elke minuut de kanonslag van een bonenkanon afgaat. Hopelijk wordt de vogel hierdoor niet verjaagd. Voor zo'n bijzondere waarneming is altijd een geluidsopname nodig en minimaal twee waarnemers. Op 22 mei ga ik daarom 's avonds met Alex Wieland terug kijken of hij er nog zit. Het is droog en zwoel weer. We horen de vogel niet. Alex besluit om even het geluid van de vogel te imiteren en jawel hoor: Er komt direct reactie Hij zit er nog steeds en precies op dezelfde plaats. Alex is zeer enthousiast want ook hij is nu overtuigd. Op 23 mei ga ik 's avonds nog even kijken met Alex en wordt een geluidsopname gemaakt,die wordt opgestuurd naar de CDNA ter bevestiging. Het is regenachtig en warm als de vogel om 22.00 uur drie keer zijn baltsroep laat horen. Het bonenkanon staat er helaas ook nog steeds. Op 28 mei is het stormachtig en even droog. De vogel zit er nog steeds en reageert slechts een keer op het afgedraaide cassettebandje. Als we op 30 mei met een aantal enthousiastelingen waaronder ook de beheerder, terug gaan kijken is de vogel niet meer te horen. Wel zien we nog twee Zomertaling mannetjes. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2002 | | pagina 16