Soort 1 2 3 4 5 6 Wetenschappelijke naam Kniptorren 1 5 13 - - - Elateridae Loopkevers 1 1 - - - - Carabidae Kevers 1 - 3 - - 1 Coleoptera Tweevleugeligen - 2 2 - - - Diptera Wormen - 1 3 - - - Nematocera Vliegvleugeligen - - 1 - - - Hymenoptera Mieren, Knoopmieren - - - 100 210 207 Formicidae, Myrmica Mieren, Weidemieren - 1 - 15 45 33 Formicidae, Lasius Miljoenpoten - 1 1 - - - Diplopoda Spinnen - 1 - - - - Araneae Slakken - 1 1 - - - Gastropoda Bladluizen - - 1 - - - Arphidae Kortschildkevers - - 1 - - - Staphilinidae Totaal aantal prooien 3 13 26 115 255 241 Figuur 2: prooiresten in zes keutels van de Groene Specht Picus viridus viridus verzameld bij Dishoek op Walcheren. Eten en gegeten worden Vanouds is van de Groene Specht bekend dat hij graag Rode Bosmieren of larven daarvan eet. In Zeeland zou deze specht dan niet aan de kost komen. Immers deze mierensoort komt er nauwelijks voor hier en daar een nestje in de duinen van Walcheren en een enkel nest in de bossen van Clinge en Sint Jansteen (George Sponselee en Chiel Jacobusse). Voedselonderzoek aan een insecteneter als de Groene Specht is trouwens specialistenwerk. In Zeeland heeft voor zover wij weten er nog nooit iemand zich op gestort. Daarom moeten we het wat dat betreft hebben van enkele toevallige waarnemingen, waarvan we de volgende boven tafel hebben weten krijgen. In de jaren 1994-98 werkte HC in Terneuzen en kon vanachter zijn bureau vaak een op een schraal graslandje foeragerende Groene Specht waarnemen. Een paar keer ging hij kijken wat de specht er zoal uitspookte. Het bleek dat er in de bodem naar mieren was gezocht en dat de keutels die er lagen vol zaten met mierenresten. Onderzoek naar de soort mier vond niet plaats. Adrie en Ralf Joosse vingen op 20 november 1998 tijdens ringwerk in Oranjezon op Walcheren een vrouwtje Groene Specht. Na ringen en opname van wat biometrische gegevens (onder ander gewicht en vleugellengte) werd de vogel gelost en liet zij een keutel als dank. De keutel bevatte meer dan 50 resten van weidemieren. Van Fred Twisk ontving HC zes keutels die door hem bij een nest nabij Dishoek op Walcheren waren verzameld. Heiner Flinks uit Bottrop Duitsland, een echte crack op het gebied van onderzoek naar keutels van insectenetende vogels, onderzocht ze voor ons. Voor resultaten zie figuur 2. Drie van de zes keutels bevatten alleen mieren. De schaarse gegevens wijzen erop dat ook mieren in Zeeland voor deze soort van belang zijn. Mieren van het geslacht Lasius maar geen Rode Bosmieren van het geslacht Formica. Nader onderzoek is gewenst. Het wachten is op iemand die vertrouwd is met het determineren van insecten in vogeluitwerpselen. Ook Groene Spechten worden gegeten. Maar door roofvogels laten ze zich kennelijk niet makkelijk pakken. Van de 407 door ons in Midden Zeeuws-Vlaanderen in tijdens het broedseizoen bij roofvogel nesten verzamelde 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2002 | | pagina 9