onze kijk op het belang van het landschap be
langrijk gewijzigd.
A. Sinds W02 is dit land demografisch gezien
van landelijk stedelijk geworden.
Dit gegeven heeft grote invloed gehad op
wat mensen van een landschap verlangen.
B. Het economisch belang in het landschap is
voor een groot deel verschoven van agrari
sche naar industriële c.q. stedelijke belan
gen. (Zie A.)
Als dus de meeste mensen stedelijk wonen en
werken is de nood naar rust en ruimte navenant.
Als we dan een kwaliteitsslag willen maken met
betrekking tot de Roodgroene Balans in de ont
wikkeling van een hoogwaardig landschap, kun
nen we om het bovenstaande niet heen.
Hoogwaardigheid zou dan in ieder geval moeten
betekenen;
Consolidatie en versterking van de natuur- en
cultuurhistorische waarden in het landschap.
Dit mede door een betere integratie van econo
mische- c.q. ecologische waarden om dit alles
niet alleen mogelijk, maar ook betaalbaar te ma
ken.
Natuur- en cultuurhistorie mogen derhalve niet
als mosterd na-, maar moeten tijdens de maal
tijd worden geserveerd, niet afgeserveerd, want
dit zal zich uiteindelijk ook tegen de economie
keren. In een woestijn valt immers niets te ha
len.
Onze inzet, dat mag duidelijk zijn, is natuur en
milieu. Wij allen zijn het die het milieu vormen
waarin de natuur haar rol uitspeelt.
Het is daarin dat we willen concretiseren wat tot
nu toe nog tamelijk abstract gebleven is.
Daarenboven is dit landschap, de Kanaalzone
bepaald geen 'tabula rasa', geen onbeschreven
blad. Gevestigde belangen, tradities, maar ook
claims op de toekomst vanuit de drie bovenge
noemde sectoren, cultuur, natuur en economie,
geven in zekere zin al richting aan de mogelijke
ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening. Het
schip vaart dus al een hele tijd.
Het zal dus een hele klus zijn een en ander te
inventariseren, formuleren en concluderen om
de richting te bepalen die we allen voor hoog
waardig houden.
Is men het eens over de stelling dat hoogwaar
digheid iets is dat alle deelbelangen moet over
stijgen wil het die naam met ere kunnen dragen,
dan zal dit project niet nutteloos wezen, de in
spanning niet tevergeefs en het resultaat nave
nant.
Project: Roodgroene Balans in Terneuzen
Hoewel eigenlijk 'iedereen' voorstander is van
Groen In en Om de Stad blijft de feitelijke reali
sering lastig. Dat komt vooral omdat er geen
probleemeigenaar is.
DE STADLAND-ZONE IS EEN BESTUURLIJK
NIEMANDSLAND. Immers het gewenste groen
rond de stad zal veelal op andersmans grond
gebied liggen, terwijl de provincie gewoontege
trouw de kleinere omliggende gemeenten be
schermt tegen de grote broer. Daarnaast staan
de steden meestal met hun rug naar de ge
meentegrens en kijken naar binnen. Voor de
gewone burger is de gemeentegrens niet te
zien, of het moet zijn door de rafelranden en de
opeenhoping van rommel.
GEMEENTEN KIJKEN NAAR DE PROVINCIE
VOOR DE REGIE, DE PROVINCIE MAAKT
DIE NIET ALTIJD WAAR.
In de gebieden rond de steden botsen twee
functies: het vinden van noodzakelijke uitbrei
dingsruimte voor steden én verhoging van de
kwaliteit van de groene ruimte (natuur, land
schap, water en recreatie). Een evenwichtige
benadering tussen stad en land is dus gewenst.
Het verleden leert echter dat de ontwikkeling
van de stad en de groene omgeving vaak niet
gelijkwaardig plaatsvond. De uitbreiding van de
stad kreeg veel meer aandacht dan de inbed
ding van de stad in de groene omgeving. Dit kan
en moet anders!
Veel beleidsdoelstellingen zijn geformuleerd om
een integrale ontwikkeling van rood en groen te
bewerkstelligen. Enkele doelstellingen zijn:
- Meer ruimte voor groen, water en recreatie
rondom de steden die bovendien gestalte
moet krijgen in een meer samenhangende
structuur.
- Gelijktijdig ontwikkelen van stad en omliggend
groen waarbij de financiering van het groen in
toenemende mate moet plaatsvinden door
private investeerders.
- Een belangrijkere rol voor hoogwaardige
(landschaps)architectuur.
Meer recreatie in de woonomgeving blijkt de
wens van vele burgers. Nu moet de uitbreiding
en opwaardering van het groen rondom de ste
den nog in praktijk worden gebracht.
De essentie is dat de overheid alleen dan toe
stemming geeft voor nieuwe stedelijke en ont
wikkelingen en bedrijvigheid, als tegelijkertijd
ook de realisatie van het wijkgebonden en het
5