Tabel resultaten:
2001
2002
DATUM
AANTAL
DATUM
AANTAL
13-5
24
15-5
13
18-5
14
19-5
13
20-5
50
22-5
4
23-5
3
29-5
17
30-5
50
30-5
41
2-6
23
4-6
28
4-6
38
6-6
17
7-6
1
8-6
8
9-6
14
9-6
18
10-6
6
11-6
14
14-6
73
15-6
28
20-6
7
21-6
9
22-6
26
24-6
7
24-6
19
26-6
8
27-6
0
29-6
5
30-6
3
30-6
8
4-7
3
SMALLE MARGES
Periodiek is de grondwaterstand op het
betreffende veldje hoog, tot ca. 10 cm onder het
maaiveld. De bodem is tamelijk humeus en
houdt dus het bodemwater goed vast. Daardoor
zijn de geplagde stukjes dikwijls vochtiger dan
de niet geplagde delen. Kennelijk zijn die
vochtige plekjes voor de krekels net te nat om er
hun holletjes te maken, want op die stukjes
werden bijna geen holletjes gevonden. De
meeste holletjes vonden we precies aan de
bovenranden van de randen van de plagplekjes.
We leren eruit dat een kleinschalige en
oppervlakkige manier van plaggen in deze
situatie effectief is. Hier grootschalig en dieper
plaggen zou waarschijnlijk een negatief effect
hebben.
VERBREIDING
Op 24-5- 2001 werd een zingend dier aan de
Wittenburgstraat aan de rand van het SBB
Zoetvaartbos gehoord. Op de zelfde dag werd er
zelfs ook een ex.. aan de Grote kreekweg tegen
Hulst aangetroffen (Lucien Noens). Dit is een
afstand van 1,9 respectievelijk 2,4 kilometer van
de bronpopulatie. In 2002 werd geen enkel dier
buiten het veldje waargenomen.
POPULATIE STROPERSBOS
Tot in 2000 werd in een voormalige kapvlakte op
0,4 km. afstand van het veldje tot max. 40
mannetjes aangetroffen. In zowel 2001 en 2002
werd er hier echter slechts 3 exemplaar gehoord
(Lucien Calle). Deze plek lijkt steeds minder
geschikt te worden omdat ze helemaal
dichtgroeit met berk en braamstruweel. Voor de
krekels zou het nuttig zijn om hier wat meer
openheid te creëren. Verder zuidelijk in het
Stropersbos zijn wel meer Veldkrekels
aanwezig. Was het zo dat tot 2001 de kleine
Nederlandse populatie afhankelijk was van de
grotere Belgische bronpopulatie, vanaf dat
moment zijn de rollen omgedraaid.
ANDERE INSECTEN: VEEL SPRINKHANEN
Het is een bekend gegeven dat een grote groep
van insecten kan profiteren van een dergelijk
plagproject. Op het veldje is daar geen volledige
inventarisatie naar gedaan. Wat wel al duidelijk
is dat de sprinkhanenfauna met enkele soorten
uitgebreid is: nieuw zijn Zeggedoorntje, Gewoon
doorntje, Struiksprinkhaan en Snortikker. Samen
met de al eerder waargenomen Krasser, Bruine
12