HET RUIMTELIJK BELEID VAN BALKENENDE ledereen die om zich heen kijkt in Nederland kan zien dat de natuur steeds verder wordt teruggedrongen. Teruggedrongen door uitbreiding van woongebied, bouw van nieuwe wegen en spoorwegen, aanleg van nieuwe industrie- en bedrijven terreinen. Kortom, door het gebruik van onze ruimte voor al die andere functies dan natuur. Het gevolg is dat wat er aan natuur over is in Nederland kleine snippertjes zijn die bovendien ver uit elkaar liggen. Deze versnippering van de natuur blijkt belangrijke negatieve gevolgen te hebben voor de overlevingskansen van planten en dieren in de restsnippertjes. En die negatieve gevolgen worden niet zomaar door goed beheer voorkomen of te niet gedaan. Onderzoek geeft aanwijzingen dat we wellicht planten en dieren in ons versnipperde landschap een handje moeten helpen bij het overleven. Op 7 november '02 heeft Minister Kamp de Stellingnamebrief Nationaal Ruimtelijk Beleid gepresenteerd. Met de Stellingnamebrief neemt het kabinet duidelijk stelling tegen natuur en landschap en geeft ruim baan aan woningbouw in het landelijk gebied, ten koste van de leefbaarheid van steden en dorpen. Gemeenten krijgen de vrije hand om woningen te bouwen, ook in kwetsbare landschappen en streken. Het Rijk zal zich er niet meer mee bemoeien. Het kabinet zegt de provincies een sterkere rol te willen geven, maar geeft die daarvoor geen instrumenten. Integendeel, het lijkt er op dat het provincies verboden wordt om zelf natuurgebieden en waardevolle landschappen aan te wijzen en grenzen te trekken waarbinnen gemeenten met hun bouwplannen moeten blijven. De Stellingnamebrief bevat dan ook vergaande beleidsvoornemens, die op diverse punten een radicale breuk betekenen met het voorheen gevoerde beleid. Het is de vraag of dit een demissionair kabinet past. Het is zelfs de vraag of onderdelen van het voorgestelde beleid wel kunnen worden vormgegeven als wijziging van deel 3 van de PKB Vijfde Nota RO. Sommige voorstellen staan lijnrecht tegenover wat in deel 1 ter visie heeft gelegen en waarop burgers en maatschappelijke Door: Marian Langeveld organisaties hun zienswijze hebben kunnen geven. Gevolgen van het nationale beleid in Zeeuws Vlaanderen Het ruimtelijk beleid wordt volledig ten dienste gesteld van de welgestelde stedeling die graag ruim in het groen wil wonen en de projectontwikkelaars die maar wat graag op goedkope grond dure woningen bouwen voor mensen met een ruime beurs. De Projecten 'Kloosterzande aan Zee' en 'Sluis aan Zee' voor de Belgische randstad zijn hier voorbeelden van in Zeeuws Vlaanderen. Dit gebeurt onder het mom van bijdragen aan een vitaal platteland. Het is echter de vraag wat deze nieuwe bewoners aan die vitaliteit zullen bijdragen. Een aantrekkelijk landelijk gebied met natuur, landbouw, recreatie en kleinschalige economische activiteiten is aantrekkelijk voor de bewoners van steden en dorpen. Grootschalige huizenbouw voor mensen die er wel wonen, maar niet werken, doet hieraan alleen maar afbreuk. Het kabinet beperkt ook drastisch de bescherming van het groene landschap. Groene contouren worden alleen nog getrokken rond gebieden waar bescherming per se nodig is vanwege Europese richtlijnen. Het is stuitend om te moeten lezen dat het kabinet een selectie wil maken van waardevolle landschappen van nationaal belang om ervoor te zorgen dat het aantal en het totale oppervlak beperkt blijft. Groene gebieden rondom steden, het boerenlandschap en cultuurlandschappen zijn vogelvrij verklaard. Het zo noodzakelijke geld voor natuuraankoop voor de Ecologische Hoofdstructuur wordt gehalveerd. De open ruimte in Nederland wordt met dit plan ten grave gedragen. Een mooi landschap wordt kennelijk niet meer gezien als een vermogen, waarop het riskant is in te teren, maar als een in een loterij gewonnen prijs, die zo snel mogelijk moet worden besteed aan vluchtige consumptie. Een dergelijke keuze is bovendien onomkeerbaar. Kennelijk is het de bedoeling om 5

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2002 | | pagina 7