4 -!P- NOG STEEDS HEBBEN WE IETS MET WATERPEILEN In de afgelopen periode is de stormramp van 1953 uitgebreid onderwerp van overdenking. Daarnaast is de stand van het polderwater uitgebreid in de publiciteit geweest. Dit is zeker niet verwonderlijk, als je onder je voeten de grond met alles wat daarin of daarop staat letterlijk overspoeld ziet worden. Op zulke momenten komt in een groot deel van de Nederlanders - en toch zeker van de Zeeuwen - het directe gevoel met water weer boven. Afhankelijk van het directe belang zijn bij velen deze gevoelens op die momenten sterk emotioneel. En juist in deze tijd wordt er voor het buitengebied gesproken over meer binnendijkse berging. Met de kans van verkeerd begrepen te worden, doet Adrie Provoost een poging om dit nader te verkennen Voorgeschiedenis. leder die zich het ontstaan van dit gewest voor de geest haalt, komt daarbij de directe grens met het water duidelijk tegen. Het eiland van Axel en het vaste land van de zuidelijke zandgronden kunnen gezien worden als de uitgangspunten voor de verdere inpolderingen in deze streek. Mede dankzij de vroegere doorbraken van de zee bleven als laatste de verbindingen naar Brugge, de Braakman en Hulst in stand. Een alom aanwezig contact met het water dus, gevolgd door de aanleg van beschermende dijken rond de verschillende inpolderingen was hiervan voorlopig het sluitstuk. Laatstgenoemde gebieden (Zwin, Passageule, Braakman en Hellegat) staan tot op de dag van vandaag te boek als de laatste restanten van wat oorspronkelijk zee was. Dit laatste nu heeft ook een opmerkelijke ontwikkeling te zien gegeven. Voor een gebied als bijv. de Passageule waren er in de oudheid niet meer dan beperkte gebruiksmogelijkheden. Als voormalige zeearm bestaat het gebied uit een natuurlijke laagte, waar het omringende polderwater van nature heen zal stromen. In bepaalde tijden was iedereen tevreden met de relatief beperkte mogelijkheden van een hierop afgestemd grondgebruik. Het boeren ging er niet of onvoldoende en hoogstens dan in een vernat weidegebied wat vee te laten grazen; toch werd dit als "normaal" beschouwd. Dergelijke grond Door Adri Provoost staat te boek als marginale landbouwgrond, maar die kende tegelijkertijd wel degelijk een zekere mate van natuurlijkheid t.o.v. het waterpeil en de bijbehorende biotoop. Daarin schuilt dan al direct een verschil in interpretatie van de waarde van dergelijke gebieden. Wat kennelijk voor de een een marginale toestand is (de landbouw), blijkt voor de ander meer naar het optimale te neigen (de natuur). Waar de nagestreefde productieverhoging in het algemeen de intensiteit van het grondgebruik omhoog dreef, ontgroeide een dergelijke versnelling de natuurlijke cyclus en mogelijkheden. Als laatste deden mechanisatie en kunstmest de rest. Zonder dit nu al op de spits te drijven, is het niet onverstandig om met een blik in de historie de basis van dergelijke verschillen vast te leggen: het grondgebruik met het bijbehorende waterpeil. Waterbeheersing. Het grondgebruik van het ingedijkte Zeeuws Vlaanderen, lager gelegen dan de gemiddelde zeespiegel ging niet vanzelf. Vanaf het begin heeft dit al een grote verscheidenheid aan ingrepen te zien gegeven, die nodig waren voor de afvoer van de gevallen neerslag. Een groot aantal zeesluizen - en in later stadium gemalen - moesten instaan voor een voldoende ontwatering van de verschillende polders. Voor de ontsluiting van het gebied werd gebruik gemaakt van een stelsel van landwegen, die waar mogelijk t.b.v. de begaanbaarheid neergelegd werden op de hogere delen zoals de binnendijken. Voor de ontwatering lieten de polderbesturen een stelsel van waterlopen aanleggen, waarbij zoveel mogelijk de van oudsher laaggelegen gebieden werden gevolgd. Voor het zo goed en professioneel mogelijk opzetten van een systeem voor de ontwatering waren een tweetal aspecten van groot belang: de concentratie van polders en de uitvoering van een waterbeheersplan. Het eerste aspect werd in Zeeuws Vlaanderen uitgevoerd in een aantal tijdsbestekken; zo werd zelfs in de oorlogsjaren het voormalige waterschap Het Vrije van Sluis opgericht Problemen met de afvoer van water van de ene 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2003 | | pagina 8