v i 4ÜT l De voedselkeuze van vossen in het Noord-Hollands Duinreservaat. Onder overigen vallen eieren, insecten, vruchten en planten (bron J. Mulder). VOEDSELKEUZE VAN DE VOS 1 j IOO%- Afbeelding 2 50%. KONIJN 90% VOGELS 4% KLEINE ZOOG DIEREN 2,5% OVERIGEN 3.5% ecosystemen die nog geen climaxstadium bereikt hebben, zoals duinen of heide. Over de reductie van de populatie vossen door jagers en door bijvoorbeeld ziekte, roofvijanden of voedselgebrek worden de volgende uitspraken gedaan: 1. De mate waarin ziekten, roofvijanden en voedselgebrek oorzaken zijn van sterfte, is ondermeer afhankelijk van de populatiedichtheid. 2. Door jagers worden alleen de zwakste vossen gedood. Welke uitspraak is of welke uitspraken zijn juist? A geen van beide uitspraken B allen uitspraak 1 C alleen uitspraak 2 D de uitspraken 1 en 2 Natuurmonumenten kwam na afweging van verschillende argumenten tot de beslissing om jacht op vossen toe te^staan. Ben jij het met de beslissing van Natuurmonumenten eens? Beargumenteer je standpunt door vanuit de situatie in het Zwanenwater: Een ecologisch argument te geven vóór de beslissing van Natuurmonumenten Een ecologisch argument te geven tegen de beslissing van Natuurmonumenten En deze argumenten tegen elkaar af te wegen, waarbij je duidelijk aangeeft wat voor jou de doorslag geeft. 2. Vossen en konijnen In een bepaald gebied komen zowel vossen als konijnen voor in jaarlijks wisselende aantallen. Van 1970 tot en met 1985 werd elk jaar het gemiddelde aantal konijnen en het gemiddeld aantal vossen vastgesteld. Het blijkt dat er elk jaar meer konijnen zijn dan vossen. Ondanks de schommelingen in populatiegrootte houden de vossen en konijnen in dit gebied elkaar in evenwicht. Er is in de relatie tussen vossen en konijnen theoretisch sprake van een negatieve terugkoppeling waardoor al te grote schommelingen in beide populaties worden voorkomen. n afbeelding 3 zijn vier schema's weergegeven. Welk van deze schema's geeft dit terugkoppelingssysteem juist weer? A schema 1 B schema 2 C schema 3 D schema 4 19

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2003 | | pagina 21