verschijnselen optraden in hun eigen omgeving. In totaal zijn er duizenden waarnemingen binnen gekomen die we nu grotendeels hebben geanalyseerd. Hieronder volgt een beschrijving van de resultaten per soortsgroep. Planten 2001 was vroeg, 2002 was nog vroeger. De gemiddelde eerste bloeidatum van veel planten is in 2002 twee tot zelfs meer dan vier weken vroeger uitgevallen dan gemiddeld in de jaren '1940-'60. Het maarts viooltje en de brem spannen de kroon met resp. 33 en 32 dagen vervroeging ten opzichte 1940-'68. Speenkruid, fluitenkruid en sneeuwklokje volgen met een vervroeging van meer dan 25 dagen. Witte dovenetel, klein hoefblad, dotterbloem, hondsdraf en pinksterbloem laten ook nog een vervroeging zien van drie weken of meer. Alleen de gele lis, de gele plomp en de waterlelie laten een vervroeging zien die kleiner is dan 10 dagen. Het jaar 2002 was ook vroeger dan 2001 en dan met name voor soorten die normaal pas vanaf half april of later bloeien (bijv. hondsdraf, pinksterbloem, witte dovenetel). De temperatuur lijkt hiervoor een verklaring te kunnen geven. 2001 begon met een zeer zachte winter waarna de temperatuur meer richting normaal ging. In 2002 bleef het gedurende de eerste maanden echter warm. Temperatuur blijkt de variatie in bloeidatum goed te kunnen verklaren. We vonden voor een aantal plantensoorten een vrijwel rechtlijnig verband tussen voorjaarstemperatuur en bloei. In de figuur hiernaast is bijvoorbeeld het begin van de bloei van de Dotterbloem in de jaren 1940 tot 1968, 2001 en 2002 uitgezet tegen de voorjaarstemparatuur. Het vroegste punt is 2002. Populaire plantensoorten De meest waargenomen soorten zijn zowel in 2002 als in 2001 speenkruid, pinksterbloem, klein hoefblad en fluitenkruid. Verder waren dotterbloem, bosanemoon, sneeuwklokje en witte dovenetel veel geziene soorten. Vogels Van de vogels hebben we op dit moment meer waarnemingen uit 2001 dan uit 2002. De vogelwaarnemingen die per post zijn opgestuurd zijn nog niet allemaal gedigitaliseerd. Voor de vogels maken we daarom een voorlopige analyse op basis van de waarnemingen die we tot nu toe hebben. Voor een aantal soorten hebben we namelijk toch een behoorlijk aantal waarnemingen wat de analyses en vergelijking tussen de jaren mogelijk maakt. Uit de vogelwaarnemingen blijkt een heel ander patroon van vervroeging te komen dan bij de planten. Daar waar de planten in 2002 in de meeste gevallen veel vroeger dan 2001 in bloei SMay - 29/Apr ij 19/Apr 9/Apr 30/Wlar - 20/Mar 10/Mar m S m a B a a Rz - 0.7712 m -2.0 -1.0 0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0 9.0 Gemiddelde temperatuur in februari en maart (°C) 22

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2003 | | pagina 24