De oudere jeugdgroep (Vlaamse Gaai) verbleef in het bos De Plassaert bij Koewacht, een bos van Staatsbosbeheer. Al twee dagen van te voren werden de vallen in het bos uitgezet, vol met vers hooi en een mengsel van muesli, wortel, appel en pindakaas (wat trouwens niet alleen de muizen lekker vonden!). Er werd gevangen met 38 longworth vallen. Dit zijn 'life traps' ofwel vallen waarmee de muizen levend gevangen kunnen worden en na het op naam brengen weer vrijgelaten kunnen worden. Elke val werd voorzien van een nummer. Ze werden in zo gevarieerd mogelijke biotopen neergezet. De tenten werden opgeslagen onder de populieren midden in het bos. Het stikte er van de slakken: slakken onder de tent, op de tent, in de tentDe eerste avond werd er naar vleermuizen gekeken en werd het programma voor het verdere weekend bepaald, 's Nachts werden de vallen voor de eerste keer geleegd. Meteen was er al meer resultaat dan het hele weekend met de Stekkertjes in Hoek. De volgende ochtend (voor sommigen was het niet eens nacht geweest) begon al vroeg met het controleren van de vallen voor de tweede keer. Nu werden er meer Bosmuizen gevangen. Tegen tienen sloten zich twee oud NJN-ers aan. Die namen de groep mee naar de zandafgraving aan de Tweede Verkorting om libellen te inventariseren en bestuderen, 's Middags splitste de groep zich in drieën. Met de fiets werden verschillende gebieden bezocht, waaronder het Heibos in België. Er werd gekeken naar planten en dieren: vooral naar insecten, 's Avonds verzorgde een klein clubje een voor velen 'buitenaardse' maaltijd bij Geert Ottens op het erf. De restjes waren maar klein dus nemen we aan dat iedereen het te eten vond. Of hadden ze zo'n enorme honger? Na het hobbezakken in de schapenwei en een kijkje genomen te hebben op het landje van Marijke en Eddy, vertrok de groep weer richting bos om de muizenvallen op scherp te zetten. Tot het tijd was om ze te controleren ging men in groepjes op pad om vleermuizen te zien of een kerkuil te zien uitvliegen. Zondagochtend werden de vallen voor de laatste keer geleegd. Meteen daarna werd alles opgeruimd. Tegen twaalven vertrok de laatste naar huis. De meest fanatieke stapten toen op de fiets om nog een 'paar uurtjes' libellen te gaan kijken. Helaas werden er geen Veldspits en Waterspitsmuis gevangen, die hier volgens eerdere onderzoekers toch aanwezig zouden moeten zijn. Een leuke waarneming was een wezel in het bos en pad in een van de vallen. Het meest bijzonder was toch wel het 'nijlpaardenachterwerk' dat regelmatig werd gesignaleerd op met brandnetels dicht gegroeide bospaden. Totaal overzicht kamp in de Plassaert Soort Aantal Terugvangsten Totaal zonder terugvangsten Rosse woelmuis 30 5 25 Bosmuis 19 3 16 Bosspitsmuis 3 0 3 Huisspitsmuis 1 0 1 15

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2003 | | pagina 17