60 50 40 30 20 10 =5 CD o co co standen rond de Grauwe Ganzen uit de wereld te helpen. Een nieuwe evolutietheorie is niet on ze doelstelling. Een vogel die dus vijfmaal in Ca- nisvliet is afgelezen in januari wordt voor de ver werking slechts éénmaal meegenomen voor de maand januari in Canisvliet. Is hij ook nog in een ander gebied afgelezen dan geldt zulks ui teraard ook als een aflezing. Is hij in bepaalde maand in twee of meer gebieden afgelezen dan geldt dat voor even zovele aflezingen. Voor Canisvliet liggen aldus 515 maandelijkse aflezingen voor (adult en juveniel samen). Deze zijn ondergebracht in een frequentietabel (figuur 1) Dadelijk valt op hoe frequent die vogels afgele zen worden in Canisvliet. Van de 59 vogels zijn er 53 of 90% die minstens zesmaal zijn afgele zen tussen juni 2002 en mei 2003. Dit kunnen we gerust beschouwen als een zeer plaats- trouw. De resterende zijn: Eenmaal afgelezen: V34 (juveniel) nooit meer terug gezien Tweemaal V31 (2° kalenderjaar) doodgevonden 05.07.2002 en V51 (juveniel) nekband gevonden op 29.04.2003 Driemaal V65 (adult) laatste maal in augustus Vijfmaal V61 (juveniel) V64 (juveniel) Heel plaatstrouw dus, maar toch zit daar ook enige beweging in. Verdelen we aflezingen over de waarnemingsmaanden dan stellen we vast dat het aantal aflezingen daalt met het naderen van het voorjaar. Meerdere reden kunnen de oorzaak zijn: vogels zitten te broeden, zijn weg getrokken naar andere gebieden eventueel mee naar het noorden, gestorven of een verminderde waarnemersinspanning. Figuur 2: aantal aflezingen alle leeftijden in Canisvliet 2002-2003

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2003 | | pagina 16