A
lijk, om zonodig tijdig in te kunnen grijpen.
Hierbij dienen de aantallen overwinterende
ganzen, hun jaarlijkse broedsucces, en het
aantal geschoten dieren en de invloed die de
heropende jacht op de ruimtelijke versprei
ding van ganzen heeft, vastgelegd en geana
lyseerd te worden. Evenals b.v. in Denemar
ken het geval is, dient elke jager verplicht te
worden te rapporteren wat hij schiet.
Een tweede belangrijke vraag is hoe de hero
pende jacht de verspreiding van genoemde
soorten zal beïnvloeden
Er bestaat de indruk dat de sluiting van de jacht
in 2000 tot duidelijke verschuivingen in het ver
spreidingsgebied binnen Nederland heeft geleid,
maar er is nog geen analyse gemaakt die deze
indruk kan bevestigen. In het kader van de Nota
Natuur voor mensen, mensen voor natuur is het
ook van groot belang de huidige mogelijkheden
om ganzen goed te kunnen bekijken veilig te
stellen.
Dit is wellicht te bereiken door in een aantal
gebieden van voldoende omvang (elk 3000-
5000 ha) niet te jagen, en in andere gebieden
de tot nu toe succesvolle tien-uursregeling
weer in te voeren, zodat de verstorende wer
king van de jacht beperkt blijft.
De praktijk in Zeeuws Vlaanderen
In de ontheffing die door de provincie Zeeland
wordt afgegeven staat dat het bejagen mag en
kel gebeuren nadat visuele en akoestische mid
delen zoais het plaatsen van linten, vogelver
schrikkers en geluidskanonnen zijn toegepast.
Als al deze middelen niet helpen mag men over
gaan tot het gebruik van een geweer, maar dit
alleen op ganzen die op de akker zitten en ook
effectief schade toebrengen. Het gebruik van het
geweer is bedoeld ter 'ondersteuning' van de
verjaagactie en heeft dus in wezen niet tot doel
om te doden. Dat betekent dat de jachtaktehou
der die gebruik maakt van het geweer op het
perceel moet zijn en ook goed zichtbaar moet
zijn. Het is dus niet de bedoeling dat er wordt
geschoten vanuit een schuilhut, greppel, vanuit
dekking van hoge vegetatie of door jachtakte
houders in camouflagekleding. Eenmaal dat de
ganzen vliegen worden zij niet meer als schade
lijk voor de akker beschouwd en mogen dan ook
niet meer geschoten worden.
Het zijn in Zeeuws Vlaanderen voornamelijk de
overzomerende ganzen die landbouwschade
veroorzaken. Hierover worden in het ganzen-
overleg tussen landbouw-, jagers- en natuurver-
enigingen afspraken gemaakt.
Gezien de laatste ontwikkelingen heeft de Na
tuurbeschermingsvereniging de Steltkluut haar
deelname aan het "Overleg overzomerende
ganzen" voor onbepaalde tijd op opgeschort.
We doen dat omdat:
de jacht op overwinterende ganzen in Zeeland
is geopend terwijl de opvang niet is geregeld;
de Faunabeheereenheid Zeeland een fauna-
beheerplan opstelt met daarin een ganzenpa-
ragraaf buiten de vrijwilligers die de telgege
vens hebben verzameld om en
vanwege excessen bij de ganzenjacht nabij
Saeftinghe. Daar is sprake van invitatiejacht
tegen betaling (advertenties op het internet),
jacht op ganzen tijdens de ochtendtrek vanuit
dekking direct onder de zeedijk aan de rand
van de openbare weg en jacht aan de rand
van percelen zonder schadegevoelige gewas
sen.
Het opschorten betekent dat we de overzo
merende ganzen niet meer monitoren en van
overwinteraars geen telgegevens meer ter be
schikking stellen aan derden.
Mocht in de toekomst blijken dat de opvang van
overwinterende ganzen fatsoenlijk is geregeld,
ganzentellers serieus bij het opstellen van plan
nen met betrekking tot ganzen worden betrok
ken en aan de excessen bij de ganzenjacht nabij
Saeftinghe een eind is gekomen, dan zijn wij
weer bereid aan het overleg deel te nemen en
dus ook ganzen te monitoren.
Vogelbescherming Nederland naar de rech
ter wegens afschot ganzen en smienten
Vogelbescherming Nederland neemt juridische
stappen tegen de door de provincie Zeeland af
gegeven ontheffingen voor de bestrijding van
overwinterende grauwe ganzen, kolganzen en
smienten. Er wordt bij het afgegeven ontheffing
geen rekening gehouden met de bijzondere rol
die de provincie vervult in de opvang van gan
zen en smienten tijdens strenge winterperiodes.
Het is bekend dat grote aantallen ganzen uit an
dere delen van het land dan naar Zeeland ko
men, omdat daar doorgaans nog wel voldoende
voedsel te vinden is. De huidige ontheffing voor
ziet niet in het uitstellen van schadebestrijding
bij extreme weersomstandigheden.
5