vliegen meestal met grote snelheid rakelings
langs de klimop. Af en toe landen ze op een
bloem om even wat nectar te drinken, of om zich
in de zon op te warmen. We namen activiteiten
waar vanaf 13° C.
Zoektocht
Natuurlijk waren we benieuwd naar de eventuele
verdere verspreiding van deze bij in Zeeland. In
de weken daarna, tot eind september zochten
we op goede dagen met veel zonneschijn, veel
gunstige locaties af. Op iedere plek werd ten
minste 25 minuten geobserveerd. Sandra Dob
belaar en ondergetekende zochten in Zeeuws
Vlaanderen en op een paar plaatsen in het cen
trum van Gent (Belgie). Chiel Jacobusse zocht
op Walcheren en de Bevelanden. Behalve in
Terneuzen bleken er ook kleine populaties in
Hulst en Biervliet aanwezig te zijn. Hieronder
wordt in twee tabellen een overzicht van de
Zeeuws-Vlaamse resultaten gegeven.
In de tabel 1 worden de gegevens van de 7
plaatsen waar de dieren wel aanwezig waren
gegeven. Tabel 2 geeft een overzicht van de
overige plaatsen die door ons als kansrijk wer
den ingeschat, maar waar de dieren niet aange
troffen werden. Plaatsjes die wel werden afge
zocht, maar waar geen geschikte klimopbiotoop
werd gevonden, worden in tabel 2 gegeven, met
een - in de kolom Groeipiek.
Kenmerken van de vindplaatsen
De vindplaatsen vertonen een opmerkelijk grote
gelijkenis met elkaar. We noemen hieronder de
meest in het oog springende overeenkomsten:
Het betreft steeds grotere oppervlaktes met
bloeiende struiken. De kleinste oppervlakte
met patrouillerende mannetjes (daar
slechts een is 30 m2. De kleinste opper
vlakte met vrouwtjes is 40 m2.
Het betreft steeds oudere en dicht bloeien
de planten. Bij benadering steeds meer dan
200, maar vaak zelfs met tot ca. 1000
bloemschermpjes per m2. Ook met dieper
liggende bloemen. Deze klimopplanten zijn
langere tijd niet gesnoeid geweest.
Het gaat om verticaal over stenen muren
hangende, of over schuine daken kruipen
de planten, of om klimop in bomen die heel
dichtbij de hiervoor genoemde elementen
staan.
De vindplaatsen bevinden zich in de kern
van oudere plaatsjes. Deze zijn meestal
beschut en daardoor warm.
Nooit vonden we klimopbijen:
Op over de grond groeiende klimop
(mogelijk te onbeschut?)
Op solitair staande bomen met klimop
(mogelijk te onbeschut?)
Op allerlei cultivars van klimop, met grote
bloemen, groot of bont blad.
Op een andere bloemsoort.
Nr
Plaats
Groeipiek
Muur=M
Dak=D
Boom=B
Grond=G
Hek=H
Lengte
Hoogte
Opper
Vlakte
In m2
Zon
Altijd
Half
+-
3
Km-
blok
1
Terneuzen, Walstraat
M
10
6
60
4
46-373
2
Terneuzen
zijstraat Walstraat
M B
25
15
375
+-
4
35
46-373
3
Terneuzen, B. Geilstraat
M
20
3
60
2
46-373
4
Terneuzen, Kandeelstraat
M
10
3
30
1
46-373
5
Terneuzen, Korte Kerkstraat
H
83
6
260
1
46-373
6
Hulst, Gr. Bagijnestraat
M D
15+10
4+5
110
2
3
62-366
7
Biervliet, Achterweg
M D
10
4
40
+-
1
2
36-372
Tabel 1: Overzicht van vindplaatsen
8