OVERWINTERENDE VLEERMUIZEN IN OOST ZEEUWS VLAANDEREN Door: Sandra Dobbelaar Regelmatig verschijnt het in het nieuws: "Jeugd wil eigen hangplek" of "Hangplek wordt goed in de gaten gehouden". Eigenlijk is het niets nieuws meer. Ook niet als het gaat over zulke plekken voor vleermuizen. Al een aantal jaren achter elkaar worden namelijk verschillende win terverblijven (hangplekken) gecontroleerd. Dit om een idee te krijgen van hoe het met de vleer muis gaat in ons land. 's Winters houden vleermuizen een winterslaap. Bunkers en kelders zijn geschikte plaatsen daar voor. Het vriest er niet, de temperatuur is er con stant en de luchtvochtigheid hoog. Er zijn niet veel geschikte overwinteringplaatsen in Zeeland. Sinds 1997 creëert Stichting Landschapsbeheer Zeeland daarom winterverblijven voor vleermui zen. Enerzijds door bestaande bunkers in te richten (leegmaken tochtvrij maken deur en invliegopening). Anderzijds door aanleg van nieuwe bunkers. Oude duikerelementen worden achter elkaar geplaatst, met grond afgedekt en door een deur met invliegopening afgesloten. Nog steeds is in geen enkele van deze speciaal gecreëerde winterverblijven een vleermuis aan getroffen. Momenteel worden er dan ook geen meer aangelegd. Wel succesvol zijn de al be staande bunkers die speciaal aangepast wer den. In januari werd het jaarlijkse inventarisatierondje weer gemaakt. Gestart werd in de bunkers van het Hertenkamp bij Groede. Niet alleen aantal en soort worden dan genoteerd, maar ook de exacte plaats waar vleermuizen hangen en hóe ze hangen. Niet alle vleermuizen hangen name lijk netjes aan de achterpootjes aan het plafond. Sommigen hangen aan de muur, alleen of met meerdere samen of soms zitten ze ergens hele maal tussen geklemd. Het is daarom belangrijk altijd langzaam en heel nauwkeurig alles af te zoeken. Vervolgens werden de Steenen beer en enkele bunkers in de wallen van Sluis bezocht, de ruïne te St. Anna ter Muiden en een reeks bunkers te Retranchement. 's Middags stond oost Zeeuws-Vlaanderen op het programma. Er moesten heel wat barrières overwonnen worden om die vleermuizen te kun nen tellen. De Keldermanspoort te Hulst bijvoor beeld. Om in de gang te komen waar de vleer muizen verblijven, moet je eerst een stuk door het water. Vaak staat het water te hoog om er met lieslaarzen doorheen te waden. Je raadt het al: korte broek aan en schoenen, sokken, jas, trui en wat nog meer uit. En dat in januari! Brrrr! Gelukkig zitten er meestal heel wat vleermuizen. Dit jaar vonden we er alleen baardvleermuizen. De grootoor die we er vorig jaar aantroffen, zat er dit keer niet. Dan het bunkertje onder de oude uitkijktoren bij Kloosterzande. Eerst lukte maar net, met hulp van een beetje motorolie van de peilnaaf uit de auto om het hangslot open te krijgen. Vervol gens wilde de deur met geen mogelijkheid open. Het is uiteindelijk toch gelukt. Helaas geen goedmakertjes in dit verblijf. Twee oude gemet selde duikers onder de dijk bij Hellegat leverden één grootoor vleermuis op én een natte sok. Het beestje zat tussen een uitgevallen voeg in het gewelf. Tot slot namen we nog een kijkje in de Steenen Beer bij de Vlaamse kreek vlakbij Graauw. Deze historische sluis is voor een deel gerestaureerd. Om een winterverblijf voor vleermuizen te creë ren zijn er voorzieningen getroffen. De kokers zijn afgesloten met schotten met daarin een klei ne invliegopening. Aan de buitenzijde zit er voor elke koker een traliedeur, zodat mensen er niet in kunnen. Binnen in de sluis zijn aan de gewel ven hangplekken gemaakt. Dit zijn speciale opengewerkte stenen waar de vleermuizen tus sen kunnen kruipen. Hier net als voorgaande jaren, geen vleermuizen. Over het algemeen leverden niet alle locaties grote aantallen op. Plekken die vorig jaar scoor den, leverden nu minder en in sommige vallen zelfs helemaal niets op. De beste plek voor vleermuizen om te overwin teren blijft nog steeds het bunkercomplex van het Hertenkamp bij Groede, met in totaal 30 vleermuizen. Dat zijn er echter weer minder dan vorig jaar. Tevens werd er dit jaar helaas ook de grootoorvleermuis niet meer waargenomen. Het gaat niet goed met de vleermuizen in ons land. Ook in Zeeuws-Vlaanderen constateren we deze achteruitgang. Maar de tellingen blijven doorgaan. Niet alleen om de vleermuispopulatie 17

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2004 | | pagina 19