figuur 4: aandeel steenuilen Zeeuws-Viaanderen zeventig en tachtig blijken te laag. Op grond van t.o.v. Nederlandse populatie de huidige inzichten wordt het aantal steenuilen in die jaren geschat op 510-550 paar. tal steenuilen veel hoger uitkomt dan in het ver leden is bepaald. De aantallen die in 2000-2003 zijn vastgesteld kunnen derhalve als basis wor den gebruikt om een uitspraak te doen over het aantal steenuilen in het verleden. Het huidige aantal steenuilterritoria in Zeeuws-Viaanderen wordt geschat op 410-440 paar. Vergelijken we deze gegevens met gegevens uit de jaren ze ventig en tachtig van de vorige eeuw dan kun nen we concluderen dat het aantal steenuilen met circa 25 afgenomen. Op grond hiervan wordt het aantal steenuilen voor Zeeuws- Viaanderen in de jaren zeventig geschat op 510- 550 paar. Volgens de recent verschenen Atlas van de Nederlandse broedvogels wordt het hui dige aantal broedparen geschat op 5500-6500 broedparen. Dit betekent dat Zeeuws- Viaanderen 6 van de Nederlandse steenui lenpopulatie herbergt. Conclusies In totaliteit zijn er in de regio Zeeuws- Viaanderen 393 steenuilterritoria vastgesteld. Het totale aantal wordt hiermee voor Zeeuws- Viaanderen geschat op 410-440 paar. De hoog ste aantallen (215) komen met een gemiddelde dichtheid van 0,82 terr./km2 voor in de gemeente Sluis. De gemiddelde dichtheid voor de regio Zeeuws-Viaanderen bedraagt 0,6 terr/km2. Ten opzichte van de jaren zeventig is het aantal steenuilen met 25 afgenomen. Deze afname is toe te schrijven aan ver doorgevoerde ruil verkavelingen, het kappen van grote aantallen knotbomen en hoogstamboom-gaarden en de aantasting van het voedselge-bied als gevolg van o.a. het scheuren van vele weilanden. De schattingen van het aantal steenuilen in de jaren Aanbevelingen en maatregelen Middels bovengenoemd onderzoek is een basis gelegd om terreinbeherende instanties alsook particulieren en bedrijven te wijzen op de nood zaak tot bescherming van de steenuil. Aantastin gen zijn aan de orde van de dag. Regelmatig worden er weiden gescheurd die veelal vanuit onwetendheid het voedsel- en woongebied van de steenuil vormen. Oude schuren worden afge broken of worden zodanig aangepast dat de nestelmogelijkheid voor de steenuil ontnomen wordt. Alhoewel de regelgeving het verbiedt komt het nog regelmatig voor dat knotbomen illegaal worden gekapt of als gevolg van berm branden worden aangetast. Om een verdere achteruitgang tegen te gaan is het wenselijk om middels gerichte beschermingsmaatregelen het aantal steenuilen in Zeeuws-Viaanderen op zijn minst te stabiliseren. De maatregelen dienen gericht te zijn op de verbetering en/of het be houd van het leefgebied van de steenuil. In de praktijk komt dit neer op het verbeteren van de voedselsituatie en het behoud c.q. uitbreiden van de nestgelegenheid. Landschappelijk gezien heeft het de voorkeur om door middel van het aanplanten van knotbomen en hoogstamfruitbo- men de natuurlijke nestgelegenheid verder uit te breiden. Aangezien nieuwe aanplant van knot bomen en hoogstamfruitbomen pas na enkele tientallen jaren geschikt zijn voor de steenuil om in te nestelen kunnen in de overbruggingsperio de nestkasten worden opgehangen. In dit ver band is er in 2004 door de Stichting Land schapsverzorging Zeeland (SLZ) een steenuil project ingediend bij de Provincie Zeeland. In dit kader zullen er nestkasten worden gemaakt en maatregelen worden getroffen op voor de steen uil interessante locaties. Verder dient in het ver lengde van bovenstaande zorgvuldig omge sprongen te worden met het areaal aan reeds bestaande knotbomen en hoogstamfruitbomen. Bij het onderhoud c.q. knotten van knotbomen dienen d terreinbeherende instanties evenals natuurbeschermingsverenigingen zorgvuldig om te gaan met het tijdstip alsook de wijze waarop knotbomen worden geknot. De werkzaamheden moeten ruim voor de aanvang van het broedsei- zoen, medio maart, beëindigd worden. Verder dient men tijdens het knotten er op toe te zien Zeeuws-Viaanderen Nederland 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2004 | | pagina 10