sen Waterlandkerkje en Schoondijke en tussen Schoondijke en Breskens. Wat Oost-Zeeuws-Vlaanderen betreft kan in zijn algemeenheid worden geconcludeerd dat de verspreiding evenals de dichtheid in schril con trast staat tot de aantallen die in West-Zeeuws- Vlaanderen voorkomen. Slechts op een gering aantal locaties, zijnde het gebied ten noorden van Axel en ten zuiden van Zaamslag, rondom Zandberg en het gebied rondom Koewacht, ko men dichtheden van 2-3 terr./km2 voor. De steenuil is schaars in de driehoek Axel- Zuiddorpe-Westdorpe, de kop van Ossenisse, bezuiden de provinciale weg N-258 Axel- Absdale-Hulst en het gebied Graauw-Paal. Uit de inventarisatie blijkt verder dat 411 van de 686 onderzochte kilometerblokken niet bezet zijn. In West-Zeeuws-Vlaanderen concentreren de 'lege blokken" zich in de vierhoek IJzendijke- Veldzicht-Maagd van Gent-Biervliet, het gebied ten noorden van Schoondijke, en de driehoek Biervliet-Paulinapolder-Hoofdplaat. In de Braak man komt de steenuil niet voor. Dit is te verkla ren vanuit het feit dat de steenuil geen bosvogel is. Verder zijn er langs de West-Zeeuws- Vlaamse kust binnen een strook van 1 kilometer geen steenuilen waargenomen. Alhoewel er langs de kust landschappelijk gezien mogelijk heden zijn voor vestiging zal wellicht de recrea tiedruk een negatieve rol spelen. Dat de meeste steenuilen voorkomen in West-Zeeuws- Vlaanderen is met name toe te schrijven aan de kleinschaligheid (authentiek landschap), het re latief grote aantal knotbomen en hoogstamfruit- bomen en de vele rommelige boerderijtjes. Vergelijking met historische gegevens Onderzoek Oost-Zeeuws-Vlaanderen 1979- 1985 In de periode 1979-1985 is er onderzoek uitge voerd naar het voorkomen van de steenuil in het oosten van Oost-Zeeuws-Vlaanderen. In dit ge bied is in twintig jaar tijd de steenuil afgenomen van 32 naar 21. De territoriumdichtheid laat een afname zien van 0,57 terr./km2 naar 0,38 terr./ km2. Dit komt neer op een afname van 35 Aantalschatting In de loop der jaren zijn door diverse instanties schattingen gedaan over het aantal steenuil territoria in Zeeuws-Vlaanderen. De betreffende bronnen met bijbehorende schattingen zijn in tabel 2 opgenomen. De in het verleden uitgevoerde schattingen zijn veelal gebaseerd op partiële gebiedstellingen. Onderschatting van de aantallen is bij soorten zoals de steenuil niet uitgesloten aangezien de schattingen veelal werden uitgevoerd aan de hand van veelal beperkte onderzoeksgegevens. De ruime marges dienen dan ook toegeschre ven te worden aan het onvoldoende voorhanden hebben van onderzoeksgegevens. Het onder zoek dat in 2000-2003 is uitgevoerd wijst uit dat bij een gebiedsdekkende inventarisatie het aan- bel 2: aantalschattingen steenuil Zeeuws-Vlaanderen 1940-2000 bron Jaartal aantal territoria broedvogels van Zeeland 1940 1225 SOVON (totaal Zeeland) 1973-1977 250-500 avifauna van Zeeuws-Vlaanderen 1973-1977 350-500 SOVON (totaal Zeeland) 1979-1983 220-300 broedvogels van Zeeland 1980 ±350 SOVON (totaal Zeeland) 1985-1991 175-225 avifauna van Zeeuws-Vlaanderen 1988 250-280 broedvogels van Zeeland 1990 ±250 SOVON (totaal Zeeland) 1998-2000 380-450 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Steltkluut | 2004 | | pagina 9